Synchroonzusjes De Brouwer hebben Tokio binnen handbereik
De kans is groot dat Nederland volgend jaar op de Olympische Spelen voor het eerst sinds 2008 weer meedoet bij het synchroonzwemmen. De tweeling Bregje en Noortje de Brouwer voldeed onlangs aan de limiet van NOC*NSF.
Als zij later dit jaar ook de internationale kwalificatie-eis halen, is Tokio een feit en wordt hun droom werkelijkheid. Noortje: "Dat we dit samen kunnen doen, is gewoon heel mooi."
De opmars van de 20-jarige tweeling is onmiskenbaar. Tijdens de Europese kampioenschappen van 2018 waren de zussen euforisch, omdat ze Wit-Rusland eenmaal hadden verslagen. Inmiddels zijn ze dat land structureel voorbij. "Nu proberen we steeds dichter bij Kazachstan en Frankrijk te komen", zegt Noortje.
Tijdens een Europa Cup-optreden in Sint-Petersburg, medio mei, slechtten Noortje en Bregje een nieuwe barrière. Voor het eerst scoorden zij 86 punten voor hun vrije uitvoering. Een magisch getal.
"Elke keer als je een punt hoger scoort, is het alsof je in een nieuwe box met concurrenten terechtkomt", legt Bregje uit. "En zo kom je steeds dichter bij de groep toplanden. Die zitten nu rond de 87 of 88 punten. Dat is goed om te zien."
Intensief trainen
De progressie van de zusjes De Brouwer laat zich verklaren door hun intensieve trainingsprogramma. Een doorsnee dag bestaat uit gyrotonic-les (speciaal soort bewegingstraining met elementen van turnen, yoga en dans), krachttraining en ongeveer vijf uur in het water. "Er is namelijk iedere dag nog wel iets te verbeteren."
Een belangrijke rol daarbij is weggelegd voor bondscoach Esther Jaumà. De Spaanse ging anderhalf jaar geleden met de tweeling aan de slag en is enthousiast.
"Ik ben totaal verrast door hun vooruitgang. Het is voor een deel talent, maar daarmee kom je niet zo ver als Bregje en Noortje. Het verschil wordt gemaakt door hun training. Zes dagen per week, urenlang. Bovendien hebben ze geleerd hoe ze als topsporter moeten leven. Hoeveel uren slaap heb je nodig, wat moet je eten, hoe doe je een warming-up? Ook voor mij is dat supermotiverend."
De kracht van Bregje en Noortje is de techniek, waaraan ze in het bad eindeloos sleutelen. "Bij synchroonzwemmen moet alles er exact gelijk uitzien boven water. Dat is wat de toeschouwers zien en waar de jury naar kijkt. Maar net zo belangrijk is hoe je onder water beweegt. Als je daar niet dezelfde hoeken aanneemt, staat je been boven water ook niet in dezelfde hoek. Dus daar werken we bijvoorbeeld aan met onderwatercamera's."
De zussen zetten flinke stappen naar de mondiale top. Maar bondscoach Jaumà ziet nog volop ruimte voor verbetering. "Dan gaat het vooral over hun presentatie, de artistieke expressie. Dat zit er in Nederland niet van nature in. De meisjes hier zijn, vergeleken met bijvoorbeeld Spanje, wat verlegen, meer gesloten. Dat maakt het voor hen soms moeilijk om emoties te tonen aan de toeschouwers en de jury. Deze sport is een mix van sport en hart. Aan dat hart moeten ze werken. Leren om de passie te tonen."
Formaliteit
De Spelen van Tokio hebben Bregje en Noortje inmiddels binnen handbereik. Nu zij de scherpe NOC*NSF-limiet hebben gehaald, lijkt het behalen van de IOC-eis een formaliteit. Maar de tweeling wil zich nog niet rijk rekenen.
"De moeilijkste stap hebben we gemaakt, maar we moeten blijven presteren. We kunnen nog niet zeggen: we gaan naar Tokio, want het moet nog gebeuren. We staan met anderhalf been op de Spelen, maar we moeten gefocust blijven om ook dat laatste halve been nog te halen."