Abortuswetgeving VS wordt strenger, wankel evenwicht onder druk
De vrouwenbeweging in de VS was de laatste tijd opvallend stil. Maar de relatieve rust wordt vandaag doorbroken. In Washington D.C., New York en tientallen andere steden demonstreren mensen voor het recht op abortus.
Aanleiding daarvoor is een golf van strenge abortuswetten die in steeds meer Amerikaanse staten zijn aangenomen. De nieuwe wetten in de staten Georgia, Alabama, Mississippi, Kentucky en Ohio worden allemaal aangevochten, dus het Hooggerechtshof zal waarschijnlijk de knoop moeten doorhakken: mag het recht op abortus drastisch worden ingeperkt?
Hartslagwetten
Dit jaar zijn er in 16 Amerikaanse staten wetsvoorstellen ingediend om het recht op abortus te beperken. Vier staten hebben zulke 'hartslagwetten' aangenomen. Dat zijn wetten die abortus verbieden vanaf het moment dat de embryo een hartslag heeft. Dat is rond de zesde week van een zwangerschap.
Voorstanders van hartslagwetten zeggen dat een embryo vanaf dat moment moet worden gezien als een levend wezen, en dat daarna aborteren dus neerkomt op moord. Tegenstanders vinden zes weken een draconische tijdslimiet, aangezien de meeste vrouwen zo vroeg in de zwangerschap nog niet eens zouden weten dát ze zwanger zijn.
Medisch gezien is een vrucht rond de zesde week nog lang niet levensvatbaar. Pas rond 24 weken heeft een foetus een redelijke kans van overleven buiten het lichaam van de moeder.
De hartslagwetten zijn nog nergens in werking getreden. De wetgevers hebben ze bewust ontworpen om juridische procedures uit te lokken zodat ze via hoger beroep terechtkomen bij het Amerikaanse Hooggerechtshof. Daarmee hopen de indieners het hof te dwingen om de uitspraak in de zaak Roe vs. Wade te herzien. Met die uitspraak heeft het Hooggerechtshof in 1973 bepaald dat abortus van een nog niet levensvatbare vrucht legaal is voor vrouwen in het hele land.
De anti-abortusbeweging ruikt zijn kans, want het Hooggerechtshof heeft voor het eerst in lange tijd een conservatieve meerderheid. President Trump heeft sinds zijn aantreden twee conservatieve rechters benoemd: Neil Gorsuch en Brett Kavanaugh.
Daarnaast heeft hij op het niveau vlak onder het Hooggerechtshof meer dan honderd nieuwe federale rechters benoemd, die onder meer gescreend zijn op hun standpunten over abortus. Daarmee heeft Trump zich van de steun verzekerd van veel evangelisch-christelijke stemmers, een belangrijk deel van zijn achterban, met de volgende presidentsverkiezing nog maar anderhalf jaar weg.
De publieke opinie in de VS is tegen het inperken van het abortusrecht. Al tientallen jaren laten peilingen zien dat rond de twee derde van de Amerikanen voor de vrije keuze van de zwangere vrouw zijn. Ongeveer een derde van de bevolking is tegen abortussen in de meeste gevallen. De grootste groep tegenstanders is te vinden onder witte evangelische christenen.
Onlangs sprak Trump een groep religieuze leiders voor het Witte Huis toe. "Samen bouwen we aan een cultuur die de waardigheid en waarde van het menselijk leven koestert", zei hij. "Elk kind, geboren en ongeboren, is een heilig geschenk van God."
Gisteren waren alle ogen gericht op het Hooggerechtshof omdat er een hoger beroep lag tegen twee recent aangenomen abortuswetten in de staat Indiana. In een van de wetten staat dat een geaborteerde vrucht begraven of gecremeerd moet worden. De andere wet verplicht vrouwen om een echo te laten uitvoeren en daarna minstens 18 uur te wachten voordat abortus wordt gepleegd.
Beide maatregelen zijn door de toenmalige gouverneur van Indiana, de huidige vice-president Pence, in 2016 ondertekend. Maar het hof heeft besloten het hoger beroep uit Indiana voorlopig niet in behandeling te nemen.