Geen oorlog, maar toch 11 doden en ruim 4000 gewonden in Frankrijk
De volgende cijfers klinken afschuwelijk en toch zijn ze niet afkomstig uit een oorlogsgebied:
In zes maanden tijd zijn 11 mensen om het leven gekomen en in totaal 4245 mensen gewond geraakt, onder wie 1797 agenten. Meer dan 12.000 mensen zijn opgepakt en van hen zijn er tot nu toe 2000 veroordeeld. Bij plunderingen en vernielingen werd voor 200 miljoen euro aan schade aangericht.
Welkom in Frankrijk. Want de cijfers zijn de opgetelde resultaten van zes maanden protest door de gele hesjes en zes maanden politieoptreden tegen betogers en relschoppers.
Op 17 november was er een eerste landelijke demonstratie in Parijs. Die trok toen nog bijna 300.000 betogers. Dat was een enorme opkomst, vooral omdat het een spontane actie betrof: het was niet georganiseerd door vakbonden of politieke partijen zoals gebruikelijk in Frankrijk.
Historische beweging
En nu, zes maanden later, zijn de gele hesjes nog steeds ongrijpbaar en apolitiek, maar de opkomst is wel flink gedaald. Vandaag gingen, volgens regeringscijfers, 'slechts' 15.500 mensen de straat op in heel Frankrijk en 1600 in Parijs.
De animo is afgenomen, maar de hesjes zijn er wel nog steeds. Ze demonstreren elke zaterdag in Parijs en op andere momenten ook op tal van andere plaatsen in het land. En veel Fransen sympathiseren nog steeds met de eisen van de organisatie, hoewel een meerderheid van de bevolking het geweld bij demonstraties afkeurt.
Met die vasthoudendheid en de brede steun, mogen de gele hesjes zich een historische beweging noemen.
Volgens sommige critici liggen de opkomstcijfers bij demonstraties in werkelijkheid ook veel hoger dan de cijfers die de overheid geeft: soms wel twee tot drie keer zo hoog.
"Zelfs na een half jaar van protest blijft de beweging ongrijpbaar, ondefinieerbaar en zelfs mysterieus", zei historicus Christian Delporte tegen nieuwszender France24. "Ze zijn niet links en niet rechts, hebben niets met andere organisaties te maken en hebben geen duidelijke leider."
Sommigen hebben wel geprobeerd de beweging in hun greep te krijgen. Linkse en rechtse oppositiepartijen zeiden de eisen te steunen, maar kregen weinig respons. Sommige demonstranten en sympathisanten startten politieke partijen voor de Europese verkiezingen, maar die partijen trekken vrijwel geen kiezers.
De protestbeweging is er - last but not least - ook nog in geslaagd om president Macron (deels) op zijn knieën te krijgen. In december kondigde hij al maatregelen aan om de onrust weg te nemen, zoals het afschaffen van de verhoogde CO2-taks op diesel en benzine. Vorige maand volgde een tweede serie maatregelen, waaronder lagere belastingen voor de middeninkomens.
Die maatregelen gaan de Franse schatkist opgeteld zo'n 17 miljard euro kosten, is de verwachting. Waar president Macron dat geld vandaan wil halen is nog nauwelijks bekend.