NOS NieuwsAangepast

Kabinet herhaalt noodzaak evacuatie

Het kabinet blijft erbij dat er geen alternatieven waren voor de evacuatie per helikopter van een Nederlander, eind vorige maand uit Libië. De ministers Rosenthal van Buitenlandse Zaken en Hillen van Defensie schrijven in antwoorden op Kamervragen dat evacuatie over de weg niet mogelijk leek, en dat op dat moment ook geen mogelijkheden waren voor luchttransport. Het enige Nederlandse middel in de buurt was het marineschip Hr. Ms. Tromp, van waaraf de helikopter met drie militairen naar de Libische havenplaats Sirte vertrok.

Het kabinet schrijft verder dat maar een zeer beperkt aantal mensen wist van de uiteindelijk mislukte operatie. Wel zijn de geëvacueerde man zelf, zijn werkgever en het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld. Bij de operatie werd ook een Zweedse vrouw geëvacueerd.

De ministers schrijven ook dat de werknemer van ingenieursbedrijf Royal Haskoning niet in de publiciteit wil treden en daarom ook niet in de Tweede Kamer wil praten over de gebeurtenissen. Zijn werkgever heeft daarom een vertrouwelijk memorandum naar het kabinet gestuurd, met daarin een verslag van de mislukte evacuatie.

Voorkennis

Het kabinet zegt dat er geen andere landen zijn ingelicht. Achteraf denkt het kabinet dat ook de Libische autoriteiten voorkennis moeten hebben gehad van de evacuatie. De ministers leiden dat onder meer af uit het georganiseerde optreden direct na het landen van de helikopter.

De drie militairen werden daarbij door Kadhafi-troepen gevangengenomen; de evacués konden Libië wel verlaten.

Lessen trekken

Hillen en Rosenthal kondigen aan dat ze lessen trekken uit de mislukte operatie voor eventuele nieuwe evacuaties. Volgens het kabinet is de kans klein dat de vertrouwelijke gesprekken tussen Nederlandse ambtenaren en de geëvacueerde man zijn afgeluisterd, maar is het niet uit te sluiten.

Dat de Haskoning-medewerker op de dag van de operatie oorspronkelijk niet geëvacueerd wilde worden, kwam volgens het kabinet doordat hij rekende op hulp van een particulier beveiligingsbedrijf en omdat hij zich relatief veilig voelde. Later zou de man de conclusie hebben getrokken dat dat bedrijf hem niet kon evacueren. Pas toen sloot hij zich aan bij het verzoek van zijn werkgever om hem zo snel mogelijk uit Libië te evacueren.

'Niet veel wijzer'

Kamerlid Timmermans (PvdA) zei op Radio 1 dat een aantal feiten nu wat duidelijker is geworden. "Maar over de hoofdvragen ben ik nog niet veel wijzer geworden." Hij heeft nog steeds vragen over de mogelijkheid voor de evacués om met een Bosnisch vliegtuig weg te komen en hij wil meer weten over de suggestie van het kabinet dat de Libiërs voorkennis hadden. "Er is veel misgegaan en de ministers moeten verantwoording afleggen", zei Timmermans.

CDA-Kamerlid Ormel vindt dat de Kamer de gebeurtenissen niet spannender moeten maken. "De situatie was moeilijk, er is gewoon gepoogd een Nederlands staatsburger te redden", zei Ormel. Hij vindt dat met de nieuwe brief bijna alles boven tafel is gekomen.

Privacy

Na de vrijlating van de militairen, op 11 maart, bleek dat tegen één van hen tijdens de gevangenschap geweld is gebruikt. Het kabinet wil om privacy-redenen niet zeggen op welke manier een van de bemanningsleden is mishandeld.

In de brief staat ook dat nog drie Nederlanders Libië willen verlaten, maar niet weg kunnen komen.

In totaal zijn er 28 Nederlanders in Libië, maar de meeste van hen willen daar blijven. Met de drie die weg willen, heeft de regering dagelijks contact.

Dinsdag debatteert de Kamer met de ministers Rosenthal en Hillen over de kwestie.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl