Topmensen grote bedrijven stappen vaker gedwongen op

In 2018 moesten 438 topmensen van grote beursgenoteerde bedrijven het veld ruimen. Dat is bijna een op de zes. De ceo's werden niet alleen de laan uitgestuurd vanwege slechte prestaties en tegenvallende resultaten, of ruzie met medebestuurders, maar steeds vaker vanwege integriteitskwesties, zoals fraude, omkoping en seksuele intimidatie.

Dit blijkt uit onderzoek door het consultants- en accountantsbedrijf PwC bij de 2500 grootste beursgenoteerde ondernemingen ter wereld.

De toenemende maatschappelijke controle op de bedrijfsvoering speelt een rol, volgens onderzoeker Marc Hoogenberg. "Wanpraktijken en misstanden die aan het licht komen leiden tot gedwongen opstappen van een ceo als eindverantwoordelijke voor de onderneming."

#MeToo

In 39 procent van de gevallen gaat het om integriteitskwesties zoals corruptie, fraude, handel met voorkennis, of seksuele intimidatie. In eerdere jaren kwam dat veel minder vaak voor; in 2010 was dat bijvoorbeeld maar bij 9 procent reden voor vertrek.

Volgens PwC lijkt het erop dat het #MeToo-thema hard binnenkomt. "Sociale media, zoals #MeToo, spelen een steeds grotere rol", zegt Hoogenberg. De #MeToo-beweging startte in oktober 2017 nadat Hollywood-producent Harvey Weinstein was beschuldigd van seksuele intimidatie en verkrachting.

Vrouwen in de top

Het is niet bekend of en hoeveel vrouwen bij de opgestapte topbestuurders zitten. PwC heeft hier geen gegevens over verzameld.

Het aantal vrouwelijke ceo's is in 2018 overigens gedaald ten opzichte van 2017. In dat jaar was 6 procent vrouw, vorig jaar is dat gedaald naar 4,9 procent. In de VS en Canada daalde het aantal, in Europa bleef het ongeveer gelijk. In China, Rusland en Brazilië en andere opkomende markten steeg het aantal vrouwen in de top.

Nutsbedrijven (post, telecom, vervoer, water en energie e.d.) tellen het hoogste aantal vrouwen aan het roer, gevolgd door communicatie en financiële dienstverlening.