Handelsoorlog levert geld op, zegt Trump, maar is dat zo?
Het geld stroomt binnen in de VS, zegt de Amerikaanse president Trump, dankzij de handelsoorlog met China. Terwijl de onderhandelingen nog volop gaande zijn, verhoogde de VS vanmorgen opnieuw importtarieven voor producten die vanaf nu China verlaten.
Inmiddels geldt hierdoor voor grofweg 250 miljard dollar aan Chinese producten die de VS invoert een verhoogd importtarief van 25 procent. Dat kan de Amerikaanse staatskas jaarlijks meer dan 60 miljard dollar opleveren. Betaald door China, schrijft Trump in een tweet. Maar klopt dat?
Trump doet het voorkomen alsof hij nu een belasting voor de Chinezen heeft ingevoerd, zegt Steven Brakman, hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Dat klopt niet."
Het zijn namelijk de Amerikaanse bedrijven die Trumps importtarieven betalen, benadrukt Brakman, op het moment dat zij producten uit China importeren. Net zoals dat andersom ook voor de Chinese tarieven geldt.
Wel kunnen Chinese bedrijven die geraakt worden door de hogere importtarieven besluiten om hun producten goedkoper te maken, omdat ze zichzelf in de VS niet uit de markt willen prijzen. Daarnaast kunnen Amerikaanse bedrijven besluiten om de Chinese producten niet meer af te nemen als die te duur worden voor hen.
"Daar is onderzoek naar gedaan", aldus Brakman. "Soms klopt het dat buitenlandse bedrijven denken: ik verlaag de prijs wat. Maar per saldo leert de ervaring dat de producten dan gewoon duurder worden in dat land." Uiteindelijk is de VS voor Chinezen vaak maar één van de afzetmarkten, ze kunnen ook aan andere landen leveren.
Trump heeft een punt, maar zijn oplossing klopt niet.
Brakman is dan ook erg verbaasd door de openlijke beweringen van Trump. "Dit is erg zorgwekkend. Het betekent dat zijn beleid, als je het vriendelijk zegt, gebaseerd is op een misverstand. Hij is een handelsoorlog begonnen op een verkeerde aanname, namelijk dat het hem geld oplevert."
De hoogleraar begrijpt wel dat de Amerikaanse president zich kwaad maakt over de handel met China. "China doet wel eens rare dingen. Voor buitenlandse bedrijven is het lastig om er handel te drijven, het is moeilijk om je er te vestigen en je wordt gedwongen om kennis af te staan. Andersom is dat niet zo."
Toch zal de grootschalige verhoging van tarieven volgens Brakman niet helpen. "Trump heeft een punt, maar de oplossing klopt niet."
Rijst, elektronica en vliegtuigen
Vanmorgen vroeg heeft de VS dus opnieuw importtarieven op een grote stroom aan goederen flink verhoogd. Veel economen waarschuwen dat de steeds verder escalerende handelsoorlog, die inmiddels al meer een jaar duurt, uiteindelijk alleen maar verliezers kent.
Sinds de VS de handelsoorlog begin vorig jaar ontketende, rekent het nu al over 250 miljard dollar aan goederen verhoogde importtarieven aan China. Bijvoorbeeld over elektronische apparatuur, rijst en textiel. Dat komt neer op hogere kosten voor bijna de helft van wat het land uit China haalt.
Andersom kan China dat niet bijhouden. Het land haalt 'maar' voor 120 miljard dollar aan goederen uit de VS. Over 110 miljard daarvan heeft het hogere tarieven ingevoerd, zoals over Amerikaanse sojabonen, Boeing-vliegtuigen en vliegtuigonderdelen. China heeft aangegeven terug te zullen slaan na de verhogingen van vanmorgen, maar hoe het land dat zal doen is nog onduidelijk.
De rekening
Hoewel het gros van de tarieven alleen op China en de VS gericht zijn, raakt de handelsoorlog ook andere landen. Zo is het niet uitgesloten dat de VS ook importtarieven voor Europese producten verder zal verhogen. Maar ook nu al zal de wereldwijde groei van de economie volgens schattingen van de Rabobank komende jaren zo'n 0,7 procentpunt lager uitvallen.
Ook in Nederland zullen we dat merken, denken de economen van de Rabobank. Bedrijven die toeleverancier zijn van de bedrijven in China of de VS die geraakt worden, kunnen hun spullen soms minder goed kwijt.
De Rabobank schat dat de Nederlandse economie 0,2 procentpunt minder hard groeit door het conflict. De komende twee jaar kan dit omgerekend elke Nederlander bij elkaar 170 euro kosten. Dat kan meer worden als het conflict zich verder uitbreidt.
Toch zijn er ook positieve effecten voor Nederland, legt Ester Barendrecht, hoofd van het onderzoeksbureau van Rabobank Nederland uit. "Nederlandse bedrijven die bijvoorbeeld dezelfde producten maken als Amerikaanse concurrenten, worden relatief goedkoper in China. Daardoor kunnen ze juist meer verkopen."