'Juventus moet finale halen, anders zijn er wel gevolgen'
Waar Ajax nog volop moet strijden om de Nederlandse landstitel, is de dominantie van Juventus, tegenstander in de kwartfinales van de Champions League, op nationaal niveau ongekend. Sterker nog, geen enkele grote competitie is ooit met meer machtsvertoon geregeerd.
De 'Oude Dame' is Italië in alle opzichten ontgroeid. "Alleen kampioen worden, dat telt niet meer bij Juventus", weet Edgar Davids, die zelf zeven seizoenen onder contract stond bij de Italiaanse topclub. Dat was rond de eeuwwisseling. Toen er nog serieus gestreden moest worden om de Scudetto.
AC Milan, Internazionale, AS Roma, Lazio en Napoli zijn inmiddels in geen velden of wegen meer te bekennen als het om een titelrace gaat. "Het wordt heel eng", zegt Jurriaan van Wessem, correspondent in Zuid-Europa en intensief volger van de Serie A. "Het kan zo nog jaren duren voordat er een club in de buurt komt."
En dat terwijl Juventus in 2006 volledig aan de grond lijkt te zitten. Toenmalig directeur Luciano Moggi wordt hard aangepakt vanwege een omkoopschandaal; wedstrijden zijn op grote schaal beïnvloed. Het gevolg: Juventus raakt twee landstitels kwijt en wordt teruggezet naar de Serie B. Binnen een seizoen is de club weer terug op topniveau en begint het aan een ongekende plundertocht.
Niet alleen sportief kan er een nieuwe start worden gemaakt, ook economisch lukt het de club zich los te wrikken uit zijn oude patronen. Dankzij de Olympische Winterspelen van 2006 biedt het gerenoveerde Stadio Olimpico Grande Torino plotseling een knus alternatief voor het statige, maar weinig geliefde Stadio Delle Alpi.
In de tussentijd worden plannen gesmeed voor een nieuw onderkomen, het huidige Allianz Stadium, een relatief klein stadion met plek voor 41.000 toeschouwers en een intimiderende akoestiek.
Sinds 2011, het jaar waarin de nieuwe thuishaven de deuren opent, is Juventus de enige Italiaanse topclub die zijn eigen stadion kan uitbaten en daarmee een onoverbrugbare financiële kloof lijkt te slaan met de achtervolgers.
Op nationaal niveau gaat het de topclub dus voor de wind, maar Europees snakt het naar succes. Goed, twee jaar geleden stond Juventus nog in de finale van de Champions League, en de eindstrijd werd wel vaker bereikt, maar in het seizoen 1995/1996 werd de cup met de grote oren voor het laatst in de lucht gehouden - na winst op Ajax.
Uitgerekend Cristiano Ronaldo, die als speler van Real Madrid Juventus de laatste twee seizoenen van Europese successen hield, wordt met een prijskaartje van 112 miljoen euro de duurste aankoop uit de clubgeschiedenis. "Als je zo'n uitgave hebt gedaan, dan moet daar wat tegenover staan", weet Davids zeker.
"Ze móéten een keer die Champions League winnen", stelt Van Wessem. "Jongens als Ronaldo komen niet meer als Europese successen nog lang uitblijven. Het zou psychologisch een enorme kater zijn als het dit jaar weer niet lukt. Het hele seizoen wordt hier inmiddels voor ingericht."
Dat blijkt afgelopen zaterdag ook wel, als Juventus met een veredeld jeugdteam zijn kampioenswedstrijd met 2-1 verliest bij degradatiekandidaat SPAL. Die formaliteit wordt later wel afgehandeld, weet Van Wessem. "De club heeft zijn schema nu volledig afgestemd op de wedstrijden waar het grote geld te verdienen valt."
Terwijl dat geld de laatste jaren uit alle hoeken binnen blijft stromen - kledingsponsor Adidas keert zelfs een bonus uit - wordt het imperium Juventus verder uitgebouwd. Er wordt geïnvesteerd in het trainingscomplex, in de jeugdopleiding. "De familie Agnelli die hierachter zit, is natuurlijk bijna de koninklijke familie van Italië. De organisatie is zeer stabiel", aldus Van Wessem.
Natuurlijk is er de laatste jaren met honderden miljoenen gesmeten voor onder anderen Ronaldo, Miralem Pjanic en Gonzalo Higuaín. Maar de zorgvuldigheid waarmee de wederopbouw heeft plaatsgevonden, valt volgens Van Wessem te prijzen. "Andrea Pirlo, Paul Pogba, Patrice Evra en Arturo Vidal hebben bijvoorbeeld weinig tot niets gekost."
Mogelijk dopinggebruik in de jaren 90, ten tijde van de finale van de Champions League tegen Ajax, het omkoopschandaal; het duurt misschien nog wel een tijdje voordat de negatieve klank rond Juventus helemaal is verdwenen. Maar de club zelf heeft alle straffen geaccepteerd en de situatie gebruikt om de organisatie van de grond af aan weer op te bouwen. Nu alleen nog Europa veroveren.
"Juventus moet koste wat het kost de finale van de Champions League halen. Zo niet, dan zijn er wel gevolgen", denkt Davids, doelend op de toekomst van trainer Massimiliano Allegri. "Maar blijft hij ook als hij de Champions League wél wint, als hij zijn missie heeft volbracht?", vraagt Van Wessem zich op zijn beurt af.
De organisatie staat hoe dan ook als een huis, waar de concurrentie in zijn toekomstplannen veelal worstelt met de Italiaanse overheid. Ook andere clubs zien graag een eigen stadion verrijzen, maar zien bouwplannen keer op keer afgekeurd worden.
Het onafhankelijke Juventus trekt onderwijl zijn eigen plan en wil ondanks jaarlijkse recordomzetten van inmiddels ruim 400 miljoen euro stevig doorpakken met zelfs de uitgifte van obligaties.
Dat is wat er zich buiten de lijnen afspeelt. Maar nog belangrijker is wat er daarbinnen gebeurt - of moet gebeuren. En snel ook. Te beginnen vanavond, als Ajax op bezoek komt in de return van de kwartfinales in het miljoenenbal.
Zelfs de huidige, doorgewinterde ploeg kan dan wel een steuntje in de rug gebruiken om de toenemende druk op het voetbalbolwerk te weerstaan.