Groots debuut én wijze les voor Van der Poel: 'Op de fiets blijven zitten'
Een kleine zestig kilometer voor het einde leek zijn koers voorbij. Mathieu van der Poel zwalkte door het peloton met een kapot voorwiel en net toen hij veilig tot stilstand leek te komen, blokkeerde zijn wiel in een putje waardoor hij over zijn stuur vloog en hard tegen het wegdek klapte.
Met een van pijn vertrokken gezicht en een hand rond zijn gehavende schouder zat hij op de stoep. Maar niet lang.
Van der Poel stapte weer op en vocht zich binnen een mum van tijd terug in de wedstrijd met een vierde plaats tot gevolg. Op voorhand zou dat voor de debutant al een razendknappe prestatie zijn geweest, maar de manier waarop die klassering nu tot stand kwam maakte het alleen maar indrukwekkender.
'Ik mag trots zijn'
"Op het slechtst mogelijke moment breek ik mijn wiel. De achtervolging kostte me daarna superveel kracht. Dat ik uiteindelijk nog vierde word, daar mag ik heel trots op zijn", sprak Van der Poel na de finish.
In aanloop naar de voorlaatste passage van de Oude Kwaremont, de langste helling in de Ronde, ging het mis voor Van der Poel. "Er werd net een gat dichtgereden en ik moest kiezen tussen de stoeprand en de bloembakken. In die bloembak kon ik net mijn fiets rechthouden, maar mijn voorwiel brak."
"Ik had geluk dat het wiel niet meteen in tweeën brak, dan was ik met tachtig kilometer per uur over de kop gegaan", zei Van der Poel. Het nam niet weg dat hij toch een pijnlijke val maakte. "Op het moment dat ik bijna volledig tot stilstand kom, breekt mijn wiel helemaal en ga ik over de kop."
Dat ik op de Paterberg nog zo mee naar boven kon, daar ben ik heel tevreden mee.
Van der Poel bleef niet eens zo gek lang zitten op de stoep, maar lang genoeg om de indruk te wekken dat hij moest opgeven. "Als je valt, doet het altijd even pijn, maar je begint meteen te denken... Het was nog zestig kilometer en ik begon te rijden."
Vijftien kilometer duurde de jacht van Van der Poel op de favorietengroep. "Na een lange achtervolging had ik mijn beste pijlen verschoten", zei hij. Toch liet hij zich meermalen op de eerste rij zien en op de laatste beklimming sloeg hij zelfs een gaatje. "Dat ik op de Paterberg nog zo mee naar boven kon, daar ben ik heel tevreden mee."
'Veel beter kan niet hè'
Ook bij vader Adrie, in 1986 zelf winnaar van de Ronde van Vlaanderen, overheerste de trots. "Of hij nou 85ste wordt, hij laat zien dat hij deze koersen aankan. Hij zit op de kritische punten meestal goed van voren en rijdt niet te veel in de wind, zoals afgelopen woensdag."
"Hij heeft twee koersen gewonnen (GP Denain en Dwars door Vlaanderen, red.), wordt vierde in Gent-Wevelgem en vierde in de Ronde van Vlaanderen. Veel beter kan niet, hè. Het enige wat beter kan, is dat hij op de fiets blijft zitten."
Toen vader Adrie zijn zoon zag vallen, wist hij al min of meer dat de kansen op de zege verkeken waren. "Je zit twintig minuten diep in het rood, dat kom je op het einde tekort."
"Het enige wat hij misschien beter had kunnen doen - maar wie ben ik om dat te zeggen - is dat hij op de Paterberg meer van voren had kunnen beginnen. Maar uiteindelijk moet hij heel tevreden zijn als je kijkt naar hoe de koers verlopen is."
Terugkomen om te winnen
Vierde worden na zo'n val, een indrukwekkender debuut was nauwelijks denkbaar. Voor Van der Poel meer dan genoeg reden om volgend jaar weer aan het vertrek te staan in Antwerpen. "Ik ga zeker terugkomen om te proberen op het podium te komen."