NOS Sport

Hoe 'vliegende tandarts' Wolsink net naast de wereldtitel crosste

Gerrit Wolsink in Andere Tijden Sport: 'Oerend hard'

In 2018 werd Jeffrey Herlings de eerste Nederlander die de wereldtitel greep in de koningsklasse van de motorcross. Maar eigenlijk had dat Gerrit Wolsink moeten zijn, 'De Vliegende Tandarts' uit Hengelo.

Hij was in de jaren zeventig razend populair. Met zijn lange haar en zijn verre sprongen meldde hij zich brutaal bij de wereldtop.

Regisseur Paul Verhoeven was meteen fan van de Achterhoeker. Hij strikte Rutger Hauer voor de rol van Wolsink in de spraakmakende film Spetters. En Wolsink stond ook model voor 'Oerend Hard', de superhit van de band Normaal.

'Er was maar een sportheld, zei Paul Verhoeven, en dat was jij'

Eén van de bekendste zinnen in het liedje van Normaal luidt: 'Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA'. Maar wat blijkt: Bertus had eigenlijk 'Gartman' moeten zijn, vrij naar de voornaam van Wolsink. Dat bekent Normaal-zanger Bennie Jolink zondagavond in een aflevering van Andere Tijden Sport.

De producer van het nummer haalde Jolink echter over om Bertus te zingen, dat klonk net iets beter. Maar die voornaam belandde toch niet zomaar in Jolinks teksten. Hij was namelijk een groot liefhebber van crosser Wolsink.

"Zo'n BSA en een Norton, die hadden geen demper", beschrijft Jolink de motoren uit die tijd. "Dus als je dan zo'n start had, met dertig motoren tegelijk, dat klonk super. Alsof de Derde Wereldoorlog uitgebroken was."

'Met twee wielen van de grond af, dat is supermooi'

Wolsink, geboren in 1947 in Hengelo, stond als kleine jongen vaak langs de kant bij grandprix-races van zijn oom. "Die grote mannen, op die grote zware motoren, met een hoop stof en lawaai, dat vond ik indrukwekkend", verklaart Wolsink de oorsprong van zijn passie.

Hij crosste al op zijn veertiende, maar maakte pas in de jaren zeventig grote stappen. In 1974 werd hij bij Suzuki teamgenoot van de Belg Roger de Coster, de regerend drievoudig wereldkampioen.

Vervolgens braken Wolsinks gloriejaren aan. Hij zou vier keer op het WK-podium belanden. En hij won vanaf 1975 vijf keer op rij de prestigieuze Grand Prix van Carlsbad in de Verenigde Staten.

Gerrit Wolsink wint de grote prijs van Sint Athonis in 1978

In 1976 reed Wolsink sterker dan ooit. Hij won manche na manche en was hard op weg om geschiedenis te schrijven. Het slot van het seizoen werd weliswaar ongemeen spannend, maar Nederland wist het toen al zeker: Gerrit Wolsink zou wereldkampioen in de 500cc worden.

De beslissing moest vallen in de laatste grand prix van het jaar, die van Luxemburg. Zijn teamgenoot De Coster stond eerste in het WK-klassement, Wolsink tweede.

Al in de eerste manche in Luxemburg ging De Coster onderuit en niets leek Wolsink meer in de weg te staan. Maar dan moest de Nederlander nog wel even twee manches winnen.

'Kan niet zo goed meer lopen... Maar tuurlijk is het het waard geweest'

In de eerste manche stuitte Wolsink echter op een andere Belg, Jaak van Velthoven. En daar ging het mis. Wolsink kon hem niet passeren. "Hij maakte er een potje van", liet de motorcrosser achteraf zijn frustraties de vrije loop. "Waarom bemoeit hij zich met de strijd om de wereldtitel?"

De Nederlander bedoelde daarmee niet dat Van Velthoven maar even aan de kant moest gaan, maar wel dat de Belg volgens Wolsink opzettelijk van zijn lijn afweek. De wereldtitel ging in rook op.

Nooit dichter bij wereldtitel

De frustratie van Wolsink zat ook in het feit dat in 1976 zijn beste kansen lagen om de titel te pakken. "Ik was in de jaren 1976 en 1977 het sterkste", aldus de crosser.

Wolsink zou in 1979 nog een keer als tweede eindigen, maar nooit kwam hij dichter bij de wereldtitel dan in Luxemburg in 1976.

Afleveringen Andere Tijden Sport

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl