Wildstroperij neemt toe, jagersvereniging Limburg vraagt om boa's
Het aantal meldingen over wildstroperij in Limburg neemt toe. Daarom moeten er meer (vrijwillige) boa's komen die de buitengebieden controleren. Dat vindt de Limburgse tak van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.
De meldingen die bij de vereniging binnenkomen, gaan over stropen met illegale wapens, maar ook over gokken. Mensen zetten dan geld in op een jachthond waarvan zij denken dat hij het snelst een haas vangt.
Niet direct dood
De stropers gaan daarbij gestructureerd, maar ook onverantwoord te werk, zegt Wim Grave van de Jagersvereniging Limburg. "Afgelopen najaar hebben we reeën gevonden die met een klein kaliber kogel zijn beschoten. Daarmee dood je zo'n dier niet direct. Het raakt gewond en komt uiteindelijk veel later ellendig aan zijn eind."
Hij pleit bij 1Limburg voor een buitengewoon opsporingsambtenaar, omdat stroperij voor de politie weinig prioriteit heeft. "Zo'n boa kan meer informatie aandragen, waarmee de politie weer beter de daders kan opsporen."
De jagersvereniging wil het liefst minimaal één boa hebben per wildbeheer-eenheid. Limburg telt 30 wildbeheereenheden, en zou dus ook minstens 30 boa's moeten hebben.
Grave wil binnenkort bij de nieuwe Staten (in Limburg: het Parlement) aandacht vragen voor het plan. Online houdt de Limburgse junior jager Mathijs Joosten ook een pleidooi voor de aanpak van criminaliteit in de buitengebieden.
Ook de Brabantse tak van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging vraagt om meer toezicht.