Een in de oorlog verwoeste psychiatrische instelling in Venray

Onderzoek naar psychiatrische instellingen in de oorlog: 'Het was de hel'

"Ze stierven als sneeuwvlokjes in de zon", schreef een patiënt over de verschrikkelijke omstandigheden in een psychiatrische instelling in Den Dolder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Duizenden psychiatrische patiënten en gehandicapten overleefden de oorlog niet. Vandaag start het NIOD een onderzoek naar die vergeten groep slachtoffers.

Armand Höppener, voorzitter van de Stichting Vergeten Slachtoffers, was zelf bestuurder bij de instelling in Den Dolder. "Ik heb ook jarenlang niet precies geweten wat er was gebeurd", erkent hij in het NOS Radio 1 Journaal. Dat veranderde toen hij een paar jaar geleden werd gevraagd mee te werken aan een onderzoek naar de geschiedenis van de instelling, waar hij toen al niet meer werkte.

Het was in Nederland over het algemeen niet zo gruwelijk als in nazi-Duitsland, waar psychiatrische patiënten en mensen met een beperking werden vermoord in het kader van een 'euthanasieprogramma'. Maar er bleken ook hier verschrikkelijke dingen te zijn gebeurd in de oorlogsjaren.

Bekend is misschien het verhaal over Het Apeldoornsche Bos, een Joodse psychiatrische inrichting. In januari 1943 werden bijna 1200 patiënten en 50 personeelsleden gedeporteerd naar Auschwitz en vermoord.

Slaapzaal van Het Apeldoornsche Bos

Niet-Joodse patiënten werden niet omgebracht, maar kregen het wel zwaar te verduren. Instellingen in het binnenland zagen het aantal patiënten opeens verdubbelen doordat ze patiënten moesten opvangen uit de psychiatrische ziekenhuizen langs de kust. Die waren ontruimd om plaats te maken voor de bunkers en het geschut van de Atlantikwall. Er was veel te weinig eten in de overbevolkte gebouwen. Patiënten stierven massaal aan ondervoeding en infectieziektes.

"Het was de hel", zegt Höppener. "In de winter van 1944 was het zo koud dat de patiënten bijna doodvroren. Het personeel wilde daar wel iets aan doen, maar kon niet veel. Doktersvrouwen kwamen kachels brengen, maar de machthebbers hadden bepaald dat er geen hout gekapt mocht worden."

Bij een instelling in Groningen werden verzwakte patiënten enkele weken voor de bevrijding opeens op transport gezet naar Harlingen. "Bij dat transport zijn ook veel mensen omgekomen."

In Den Dolder ging iedere week een grote kar met dode mensen naar de begraafplaats.

Armand Höppener

Na de bevrijding bezochten Canadese artsen ons land. "Ze vonden de meest uitgehongerde mensen in een psychiatrisch ziekenhuis. Ze waren er even erg aan toe als in de concentratiekampen."

Harde cijfers zijn er niet, maar er zijn wel schattingen, weet Höppener. Waarschijnlijk zijn er zo'n 7000 mensen omgekomen in de instellingen. Vaak zijn ze anoniem begraven. "Je moet je voorstellen dat bijvoorbeeld in Den Dolder iedere week een grote kar met dode mensen naar de begraafplaats ging. Daar werden ze in een collectief graf gestort."

Of er opzet in het spel was? "Ik weet niet of het een bewuste tactiek was. De machthebbers vonden dat ze minder hoefden te investeren in mensen die niet werken. Ze kregen minder calorieën dan patiënten in algemene ziekenhuizen, vanuit de gedachte dat ze toch minderwaardig waren. Dat is vreselijk."

De voorzitter van Vergeten Slachtoffers hoopt dat het NIOD-onderzoek in beeld zal brengen wat er met de patiënten is gebeurd. "We weten precies hoeveel Joodse slachtoffers er in psychiatrische instellingen zijn gevallen, die zijn met naam bekend. Terecht ook dat daar goed onderzoek naar gedaan is, maar over de anderen weten we veel minder."

"Het is eigenlijk wegkijken geweest tot op de dag van vandaag. We willen eerherstel voor die mensen die overleden zijn, vaak anoniem. Familieleden hebben het recht om te weten wat er met hun dierbaren is gebeurd."

Geld nodig

Er is bijna 500.000 euro voor het onderzoek, beschikbaar gesteld door de regering en verschillende instellingen, maar eigenlijk is er meer nodig.

De stichting heeft een beroep gedaan op verschillende fondsen maar er kwam er niet één over de brug, tot teleurstelling van Höppener. "Het is voor mij onbegrijpelijk dat we van niemand ook maar 1 cent gekregen hebben. Daar hebben ze allemaal rationele argumenten voor, maar waar is het hart gebleven?"

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl