OM eist tot twee jaar cel voor het financieren van jihadstrijders
Het Openbaar Ministerie heeft straffen tot twee jaar cel geëist tegen vier verdachten vanwege het financieren van terrorisme. Ze hebben tientallen tot duizenden euro's gestuurd aan familieleden die naar het Midden-Oosten waren gegaan om deel te nemen aan de strijd van onder meer IS.
"Wie de strijder steunt, steunt ook de strijd", zei het OM over twee Utrechtse broers van 35 en 37 jaar, een man van 26 uit Den Haag en een 47-jarige Arnhemmer.
Uit onderzoek van de FIOD is gebleken dat via tussenpersonen geld werd overgemaakt naar jihadisten in Syrië en Irak. Een van drie broers, die uit Syrië is teruggekeerd, is hier veroordeeld tot drie jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk, voor deelname aan een terroristische organisatie.
Zakgeld
De 26-jarige man maakte 90 euro over naar een broer en de man uit Arnhem maakte 200 euro over naar zijn zoon in Syrië. Het geld zou zijn bedoeld als 'zakgeld', omdat de zoon niet kon rondkomen van het salaris dat hij kreeg.
"Wij zijn ons bewust van het leed dat de vader dient te dragen. Het moet vreselijk zijn om je minderjarige zoon te verliezen. Hem in korte tijd te zien radicaliseren, waarna hij ineens vertrokken is en in Syrië blijkt te zitten", zei de officier van justitie in de rechtszaal. "Maar elke bijdrage aan strijders maakt het mogelijk om door te gaan met hun gewelddadige strijd."
Verboden wapenbezit
Tegen de vader van de uitgereisde zoon en de 26-jarige broer van een jihadist eiste het OM een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Een van de Utrechtse broers vervolgt het OM ook voor verboden wapenbezit. Hij en zijn broer hoorden een gevangenisstraf van 24 maanden tegen zich eisen, waarvan acht maanden voorwaardelijk.
De komende maanden moeten nog meer verdachten van terrorismefinanciering voor de rechtbank verschijnen.