Friesland zakt weg, dus stijgt het onderwerp op agenda Provinciale Staten
Roel Pauw
Verslaggever
Roel Pauw
Verslaggever
Friesland zakt weg. Dat is niet nieuw, dat gebeurt al sinds de dag dat de mensen het land geschikt wilden maken voor bewoning en landbouw. Maar door de ontwatering van het veen klinkt de bodem in en moet het waterpeil telkens verder worden verlaagd om droge voeten te houden. De bodemdaling leidt nu tot zo veel problemen, dat het onderwerp ook hoog op de agenda staat van de Provinciale Staten.
Sonja en Ben Bikkers wonen in het dorp Spanga, in de zuidwesthoek van Friesland. Hun huis staat al dertien jaar te koop. "Je raakt het niet kwijt, want het verzakt", zegt Sonja. Er zitten inderdaad forse scheuren in de bakstenen muur, overal zie je sporen van regenwater dat langs de plafonds en de wanden van het gehavende huis naar beneden is gelopen. "Als je ziet hoe het hier scheurt en verzakt, dat gaat een keertje mis", zegt Ben. "Dan komt de boel naar beneden."
Om die reden zijn ze afgelopen zomer verhuisd naar een huurwoning in Wolvega. "De houten palen onder ons huis zijn allemaal weggerot, want de boeren willen graag laag water, maar wij willen juist hoog water zodat die palen niet vergaan", zegt Sonja.
Wat Sonja en Ben Bikkers zeggen is niet onwaar, maar het is te eenvoudig om alleen de boeren de schuld te geven van verzakkingen. Peter Asmussen is voormalig archeoloog en geoloog en weet veel van de Friese bodem. "Zolang het dieptewater allemaal de Noordoostpolder in verdwijnt en er geen natuurlijke buffers zijn die het water hier vasthouden, is het onbegonnen werk."
Sinds Peter en zijn vrouw Viool in Spanga wonen is de grond om hun huis 40 centimeter gedaald. De helft van de woning die op houten palen stond, hangt scheef. Ze nemen het zoals het is: af en toe zagen ze een stuk van een deur af die klemt en smeren ze een verse scheur dicht. Het enige waarover Viool zich druk maakt, zijn de elektriciteits- en gasleidingen die misschien een keer bezwijken onder de spanningen van hun bewegende huis.
De verdroging van het veenweideland leidt ook tot andere problemen: veen dat in aanraking komt met lucht vergaat en stoot dan CO2 uit. En niet zo'n klein beetje ook. Voor het 73.000 hectare grote veenweidegebied gaat het om net zoveel CO2 als uit de halve stad Amsterdam, zeggen sommige berekeningen.
Verder gaat ook de biodiversiteit achteruit, voor weidevogels mag de grond wel wat natter zijn. En afgelopen zomer groeide het gras door de droogte zo slecht dat sommige boeren niet meer dan drie keer konden maaien, terwijl dat in een goede zomer wel vijf keer kan. Met andere woorden: de boeren zelf zien ook wel in dat het anders moet.
In een weiland van Jan Brouwer (95 melkkoeien) in Koufurderrige staat meetapparatuur die precies bijhoudt hoeveel water er in en uitgaat. De bedoeling is om te kijken hoe effectief 'omgekeerde drainage' is, want het simpelweg verhogen van het waterpeil in de sloten is niet afdoende, zoveel is wel duidelijk. Je moet zorgen dat het water ook het midden van het weiland bereikt.
'Mei beide fuotten op 'e feangrûn'
Collega-boer Jaap Formsma (160 koeien): "Dit soort onderzoek is ook bedoeld om al die mensen die vanachter hun bureau met oplossingen dachten te komen weer even met beide benen op de grond te zetten." Zo heet ook het rapport dat door zeven boerenorganisaties is opgesteld: Mei beide fuotten op 'e feangrûn (Met beide voeten op de veengrond). Als de provincie maatregelen wil nemen, dan moeten die wel gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek, vinden de boeren.
En dat is ook hun houding als het gaat om de verkiezingen van 20 maart en de samenwerking nadien. Formsma: "Wij hebben geen vijanden. We praten met iedereen, maar ik maak wel dit onderscheid tussen de partijen: wie heeft er met ons aan tafel gezeten, wie is er met ons in het veen geweest. Laat die maar een uitspraak doen over hoe het zit, want die hebben zich terdege geïnformeerd."
Bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen baart ook de waterschappen zorgen. Nieuwsuur maakte daarover deze reportage: