Turkije zet stap tegen Europese media: drie Duitse journalisten uitgezet
Drie journalisten van prominente Duitse media zijn Turkije uit gezet. De correspondenten voor de omroepen ZDF, NDR en de krant Tagesspiegel krijgen geen nieuwe persaccreditatie. Niet eerder werd verslaggevers van grote Europese media de verlenging van de perskaart, die nodig is om in Turkije te mogen werken, geweigerd.
Jörg Brase, bureauchef voor de ZDF in Istanbul, Halil Gülbeyaz van de NDR en Thomas Seibert van Tagesspiegel, die meer dan twintig jaar in Turkije werkt, kregen tien dagen de tijd hun spullen te pakken. Vanmiddag zijn ze met een vliegtuig vertrokken.
De Turkse regering heeft geen reden gegeven voor het uitwijzen van de Duitse journalisten. "Om een aanvraag af te wijzen, moet volgens de Turkse mediawet een heldere reden worden gegeven", zei Brase in een interview voor zijn vertrek. "Maar als er al een specifieke reden is: ik ken hem niet."
In de afgelopen jaren waren er vanuit de Turkse regering regelmatig verbale aanvallen gericht tegen buitenlandse journalisten. Maar over het algemeen kregen journalisten die een perskaart aanvroegen wel toegang om in het land te werken. Dat met die handelwijze nu wordt gebroken, noemt de Duitse regering "onbegrijpelijk en onacceptabel".
"Nadat ze de eigen media bijna volledig het zwijgen op hebben gelegd, vermoed ik dat dit een poging is om ook druk uit te oefenen op internationale media", zegt ZDF-correspondent Brase. "Maar ik denk niet dat dit gaat werken."
Schadelijker voor Turkije
Volgens Brase wordt er door de Duitse regering achter de schermen gepraat met de Turken om de kwestie op te lossen. "Er wordt geprobeerd de Turken op andere gedachten te brengen. Maar tot dit moment, waarop we het land moeten verlaten, is ze dat nog niet gelukt."
Turkije en Duitsland kwamen na een periode van botsingen over persvrijheid en Duitse staatsburgers die vastzaten in Turkije, juist afgelopen najaar weer wat nader tot elkaar. Twee Turks-Duitse journalisten werden vrijgelaten en konden naar Duitsland reizen.
Die toenadering maakt deze stap van de Turkse regering nu nog moeilijker te verklaren. "Het is waarschijnlijk schadelijker voor Turkije dan voor ons", zegt Brase. "Want wij gaan gewoon door met verslag doen. Daarom zijn we zo verbaasd dat ze dit doen."
Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft naar aanleiding van de uitzetting het advies voor Duitsers die in Turkije werken aangepast. "Het kan niet worden uitgesloten dat de Turkse regering verdere actie zal ondernemen tegen vertegenwoordigers van Duitse media en maatschappelijke organisaties", staat op de site van het ministerie, waarbij rekening moet worden gehouden met strafrechtelijke procedures wegens "uitspraken die in Duitsland onder de vrijheid van meningsuiting vallen."
Perskaart via Erdogan
Om in Turkije te kunnen werken, hebben buitenlandse journalisten een perskaart nodig. Die wordt afgegeven door het kantoor van president Erdogan. Zonder die perskaart kan geen verblijfsvergunning worden aangevraagd.
Ieder jaar op 1 januari moeten journalisten hun perskaart vernieuwen. Normaal duurt die procedure een paar weken, maar dit jaar verloopt het anders. Brase en Seibert kregen te horen dat hun aanvraag is geweigerd, tientallen andere internationale journalisten wachten nog altijd op een beslissing.
Het is niet duidelijk waar Turkije zich op baseert bij de keuze welke correspondent vrij snel een perskaart krijgt en wie moet wachten. In beide groepen zitten zowel publieke als private media, zowel kranten- als tv-journalisten. Ook is er geen scheiding gemaakt in het land waar de journalisten vandaan komen: veel andere Duitse journalisten hebben inmiddels wel een nieuwe perskaart.