Hoe deze golfsensoren onze dijken sterker (en goedkoper) maken
Op de Groningse Waddenzeedijk zit een man in een hesje gehurkt met een laptop in zijn handen. Hij stelt de sensoren af van een metalen schacht, waar straks een 'ministorm' losbarst. Het is de aftrap van een twaalfjarig meetprogramma om gedetailleerd in kaart te brengen wat storm, golven en hoogwater voor impact hebben op onze dijken.
Met deze data kan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) beter en goedkoper dijken onderhouden. Ter demonstratie wordt de meetapparatuur vandaag kunstmatig getest. Zodra signaal wordt gegeven, barst de ministorm los. Een tankwagen spuit een lading water door de golfoverslagbakken in de dijk.
Aan de andere kant van de schacht krijgen fotografen en journalisten natte voeten:
Na vandaag zijn de sensoren in de golfbakken afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden. En als het eindelijk gaat stormen, dan staat locodijkgraaf Eisse Luitjens van waterschap Noorderzijlvest te juichen, zegt hij tegen de NOS-verslaggever op de dijk.
"Daar doen we natuurlijk deze proef voor. We meten dit stuk dijk, omdat deze locatie het meest te lijden heeft onder het weer: hier krijg je de grootste krachten", zegt Luitjens. Hoe extremer het weer, hoe beter de apparatuur in kaart kan brengen wat de gevolgen zijn van uitzonderlijk zwaar noodweer voor een dijk.
Behalve de golfoverslagbakken in de dijk liggen er ook meetboeien in zee. Allemaal met het doel de rekenmodellen te verfijnen en te controleren hoe het gesteld is met de bescherming van de Nederlandse Waddenkust. Want de zeespiegel blijft stijgen.
Anders wordt er misschien onnodig geld uitgegeven aan dijkverhoging.
De metingen duren twaalf jaar, zodat het HWBP een zo duidelijk mogelijk beeld krijgt. "Die lange periode is nodig om uitzonderingen niet te zwaar te laten meewegen in de resultaten", zegt HWBP-directeur Erik Wagener.
Nauwkeurige rekenmodellen zijn nodig om een inschatting te maken over hoe hoog of laag een dijk bijvoorbeeld moet zijn. "Anders wordt er misschien onnodig geld uitgegeven aan het versterken van dijken, die misschien niet eens zo hoog gemaakt hoeven te worden. Of wellicht moeten ze juist wel hoger."
Miljarden euro's
Verhoging van de dijken kost miljarden en kan flinke impact hebben op de omgeving. Dat probeert Wagener zo veel mogelijk te beperken. "Voor veel mensen die afhankelijk zijn van de dijken is het belangrijk dat er zorgvuldig met hen in gesprek wordt gegaan en dat de communicatie goed is. Het gaat om hen, maar ook om de veiligheid van de rest van het land."
In de aankomende jaren wordt er veel geïnvesteerd in dijkversterking. Er wordt nu van uitgegaan dat er 1100 kilometer aan dijken aan vervanging toe is, maar dat kan nog oplopen tot 1800 kilometer.
Volgens Wagener hoeven we ons voorlopig niet druk te maken dat onze dijken niet goed genoeg zijn: "De voorspellingen zijn gebaseerd op hoe het in 2050 zou moeten zijn."