'ISU-dopingcontroleurs waarschuwden verdachte schaatsers'
Schaatsers met verdachte bloedwaarden werden begin deze eeuw 'gewaarschuwd' door dopingcontroleurs. Dat zegt Harm Kuipers, arts en voormalig lid van de medische commissie van de ISU, tegen de Volkskrant.
De internationale schaatsbond hield sinds 2000 schaatsers onder toezicht vanwege aanwijzingen van mogelijk dopinggebruik; de schaatsers hadden bloedwaarden die niet te verklaren waren door natuurlijke oorzaken als ziekte. In totaal werd negentig keer een schaatser onder toezicht gesteld, onder wie vijf, zes Nederlanders.
Door een dopingcontroleur langs te sturen, werden de schaatsers indirect gewaarschuwd dat hun bloedwaarden te hoog waren. Daarna zakten de waarden van de betreffende schaatser direct. Om welke schaatsers het gaat, wil Kuipers niet zeggen.
De schaatsbond had volgens de krant speciale aandacht voor de ploeg van SpaarSelect, omdat het team werd begeleid door Berend Nikkels. Hij begeleidde eerder wielrenners bij dopinggebruik. Gianni Romme, Mark Tuitert, Marianne Timmer en Erben Wennemars maakten deel uit van het team. De Amerikaan Peter Mueller was coach van de ploeg.
Volgens Kuipers was de schaatsbond er 'niet om de mensen te pakken, maar om te voorkomen dat we mensen pakken'. Hij stelt ook dat hoge bloedwaarden niet meteen een positieve test betekende. "Schaatsers konden toen alleen positief worden bevonden op basis van verboden stoffen in de urine."
De wereldantidopingorganisatie WADA was volgens de Volkskrant op de hoogte van de werkwijze van de ISU.
Kuipers ontkende in 2013
Wetenschapper Jim Stray-Gundersen trok in 2013 al aan de bel. Volgens Stray-Gundersen, die jarenlang adviseur was van de medische commissie van de ISU bij het opzetten van een dopingcontrolesysteem en aan de wieg stond van het apparaat dat het bloed van sporters kon analyseren op afwijkingen, waarschuwde de ISU schaatsers als het bloed afwijkende waarden vertoonde.
"Bij abnormale waarden kwam er een startverbod van één race of een paar weken", vertelt Stray-Gundersen."De atleet en de teamarts werden ervan op de hoogte gesteld."
"Als gevolg daarvan ging die mededeling de ronde doen en wisten de sporters dat wij het zagen als er gerommeld werd. We zagen daarna binnen een à twee jaar dat de profielen gemiddeld normaler werden. Ze gingen steeds meer lijken op die van gewone mensen."
Harm Kuipers ontkende dat verhaal toen. "Ik weet niet waar hij het over heeft. Het klopt totaal niet dat we schaatsers waarschuwden bij afwijkende bloedwaarden", laat Kuipers weten.
"Als iemand in die tijd afwijkende waarden vertoonde, dan werd dat bloedmonster binnen enkele uren opnieuw getest en als dan dezelfde waarden werden gevonden, werd een tweede bloedmonster afgenomen bij de sporter, binnen hetzelfde toernooi. Als uit die test weer afwijkende bloedwaarden naar voren kwamen, dan volgde een startverbod."