Steeds meer buitenlandse tandartsen in Nederland

Het grote tekort aan tandartsen in Nederland wordt steeds vaker opgevangen door tandartsen uit onder meer Duitsland, België, Spanje en Portugal. Waren er in 2001 nog 366 buitenlandse tandartsen aan het werk. Nu zijn dat er ruim 1460 van de 8670, oftewel 18 procent. Dat blijk uit cijfers van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT).

De provincie Zeeland heeft met 35 procent het grootste aantal buitenlandse tandartsen, gevolgd door Overijssel (23 procent), Zuid-Holland (21 procent) en Friesland (18 procent).

Het tekort wordt onder meer veroorzaakt door een gebrek aan opleidingsplaatsen. Elk jaar gaan zo'n 300 tandartsen met pensioen en studeren er 240 af.

'Moeten niet te afhankelijk worden'

Het merendeel van hen is vrouw en wil aan het werk in de grote stad, zegt Jan Willem Vaartjes van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) in Trouw. Hij is blij dat de buitenlandse tandartsen in het ontstane gat springen. "Maar we moeten niet afhankelijk worden. Nederland moet zijn eigen beroepsbevolking op peil houden."

Het ministerie van Volksgezondheid vindt dat mondhygiënisten werkzaamheden van de tandarts moeten overnemen, zoals het vullen van kleine gaatjes, het maken van foto's of verdoven. Tandartsen zouden zo kosten besparen en meer tijd overhouden voor complexere zorg.

De KNMT en ANT zien daar weinig in. Volgens Jan Willem Vaartjes van de ANT zitten er er te veel haken en ogen aan als het gaat om het bijscholen van mondhygiënisten en liggen patiënten het liefst bij een tandarts in de stoel. De KNMT benadrukt dat de tandarts alsnog eindverantwoordelijk blijft. "En iedereen wil een specialist als het gaat om geneeskundige behandelingen", zegt een woordvoerder.

De Spaanse Jorge Corral werkt nu twee jaar in Nederland als tandarts:

Zo is het voor de Spaanse Jorge om als tandarts in Nederland te werken

De KNMT is blij dat buitenlandse krachten het tekort helpen oplossen, maar ziet dat niet als permanente oplossing vanwege de nadelen die er bij komen kijken. Een groot deel van de buitenlandse tandartsen verdwijnt volgens de organisatie binnen vijf jaar weer waardoor patiënten niet echt een band kunnen opbouwen met hun tandarts, laat een woordvoerder weten.

"Daarnaast zijn buitenlandse tandartsen gewend pas in te grijpen als er al problemen zijn. Nederland is veel meer gericht op preventie. Door de crisis kwamen veel tandartsen naar Nederland. Beter zou het zijn onze eigen tandartsen op te leiden."

Een speciale commissie waarin zowel de KNMT als de ANT vertegenwoordigd is, heeft de minister geadviseerd om het aantal opleidingsplaatsen te verhogen van 259 naar 311. Zou de minister daarin meegaan, dan komen die opleidingsplekken er pas in 2020 en studeren de eerste tandartsen af in 2027.

Volgens Jan Willem Vaartjes van de ANT kan het percentage buitenlandse tandartsen in Nederland dan al zijn opgelopen van 18 naar 25 procent.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl