NOS Schaatsen

Vandaag 25 jaar geleden: het verbluffende wereldrecord van Koss

  • Marc van Veen

  • Marc van Veen

1994: iconische tien kilometer van Johann Olav Koss

"Het kán gewoon niet." Het zijn woorden van ongeloof die Bart Veldkamp op 20 februari 1994 in de catacomben van het Vikingskipet in Hamar foeterend uitspreekt.

De camera en microfoon van de NOS registreren diep in de Noorse schaatstempel feilloos de machteloosheid bij de Nederlander. De frustratie bij Veldkamp druipt ervan af.

Weergaloos wereldrecord

De Nederlander heeft net zijn olympische titel op de 10.000 meter uit Albertville afgestaan aan Johann Olav Koss, die in de rit voor Veldkamp een weergaloos wereldrecord op de supersnelle ijsvloer neerlegt: 13.30,55.

Het is dertien seconden sneller dan de door hemzelf geschaatste mondiale toptijd uit 1991. Veldkamp moet het doen met brons. En baalt vooral van zichzelf.

Vandaag is het precies 25 jaar geleden dat Koss voor een uitzinnig Noors publiek zijn goldrush tijdens de Spelen voltooide. Goud op de 5.000 meter, op de 1.500 meter en na een ongekend vlakke race ook op de langste afstand. Elke titel wordt gevierd met een wereldrecord.

Het record op de 10.000 meter maakt op de schaatsvolgers de meeste indruk. Diepe indruk zelfs. De regelmaat die Koss neerlegt in zijn rondetijden, uitgezonderd de eerste ronde allemaal in de 32 seconden, is indrukwekkend.

Commentator Heinze Bakker heeft het over een machine. "Dit record kan 30 jaar blijven staan", roept Veldkamp later richting de vooral Noorse en Nederlandse media. Iedereen noteert het.

Gefrustreerde Veldkamp

25 Jaar na dato moet Veldkamp zelf grinniken om zijn opmerking over de houdbaarheid. Hij kan zich zijn voorspelling nog goed herinneren. "Daar sprak een gefrustreerde Bart Veldkamp, die net zijn olympische titel had ingeleverd", kijkt de Hagenaar terug op zijn uitbarsting. "Ik was gewoon totaal gefrustreerd door mijn eigen slechte rijden."

Bart Veldkamp, Johann Olav Koss en Kjell Storelid

Veldkamp komt er op die dag pas op zijn hotelkamer via de Noorse Teletekst achter dat zijn mislukte race (13.56,73) nog goed is voor brons. Hij moet zich haasten om op tijd bij de huldiging te zijn.

Blind paard

"Ik schaatste het hele seizoen al slecht, maar je houdt je vast aan elke strohalm. Dan rijdt Koss zo'n rit voor je. Ik ging daarna als een blind paard mee in zijn rondetijden en ontplofte. Later besefte ik dat als ik mentaal wel goed was geweest, ik veel sneller had kunnen zijn dan die 13.56 die ik toen reed", herinnert Veldkamp zich.

"Nee, aan die 13.30 van Koss was ik nooit gekomen. Dat was echt een supertijd. Ik had wel 13.40 kunnen schaatsen. Die tijd had ik een jaar eerder al in mijn hoofd. Koss was op de Spelen in supervorm, ook al liep het in de aanloop niet goed bij hem."

"We waren en zijn goed bevriend. Koss had in december al een heel hoog niveau en maakte zich toen druk hoe hij dat moest vasthouden. Hij moest eigenlijk altijd eerst heel diep zinken om heel hoog te kunnen klimmen. Dat was precies wat gebeurde destijds", zegt Veldkamp over de inzinking die de Noor meemaakte en hem bijna deed besluiten niet van start te gaan.

de Volkskrant over Koss op 21 februari 1994

De lyrische loftuitingen in de media over het verbluffende wereldrecord doen de vraag rijzen of de schaatsliefhebbers destijds in de hal of voor de buis naar een iconisch optreden van de Noor hebben zitten kijken; naar een race die een geweldige impact zou hebben op de schaatsgeschiedenis.

Grote woorden

Hedman Bijlsma, gerespecteerd schaatshistoricus, vindt van niet. "Ik was er door privéomstandigheden voor het eerst niet bij tijdens zo'n groot schaatsevenement. Ik had destijds direct vraagtekens bij de grote woorden die werden gebruikt om de tijd en race te duiden. Als je het over een iconische race in de schaatssport hebt, denk ik meer aan het wereldrecord van Knut Johannesen", graaft Bijlsma in zijn geheugen.

De laatste decennia zijn we vaak verwend met hele mooie races.

Schaatshistoricus Hedman Bijlsma

"Die Noor haalde tijdens de Spelen van Squaw Valley in februari 1960, in de buitenlucht, driekwart minuut van het wereldrecord op de 10.000 meter. Hij bracht het van 16.32,6 van een andere Noorse grootheid Hjalmar Andersen naar 15.46,6. Hij brak onder moeilijke omstandigheden door de grens van 16 minuten, op een weergaloze wijze", geeft Bijlsma aan.

"Dat is een race die muurvast in mijn geheugen zit", zegt Bijlsma. "De race van Koss was zeker indrukwekkend, in een geweldige entourage, door een geweldige schaatser. Maar de laatste decennia zijn we vaak verwend met hele mooie races. Als je erbij aanwezig bent geweest, is het misschien anders. De beleving is dan anders", denkt Bijlsma.

Klapschaats

"Kijk wat er met het record van Koss is gebeurd. Daar speelt de komst van de klapschaats wel een belangrijke rol in. Binnen een paar jaar denderde het record flink naar beneden. Ik had niet het gevoel dat dit bij uitstek een van die iconische races uit de schaatssport was."

"Het was bijzonder, omdat het zijn derde goud was, in Noorwegen plaatsvond en het na zoveel jaar weer een Noor was. Na legendarische schaatsers als Hjalmar Andersen en Knut Johannesen hadden de Noren eindelijk weer een olympisch kampioen op de langste afstand."

Knut Johannesen (m) met olympisch goud op de 10.000 m in Squaw Valley in 1960

Vier jaar blijft de toptijd van Koss staan. Tot Gianni Romme op de Spelen van Nagano onder het wereldrecord duikt met dertien minuten en 15,33 seconden. "Dat gebeurde met de klapschaats. Die ontwikkeling heeft de schaatssport wel op zijn kop gezet. Zonder de klapschaats was het record van Koss nog wel even blijven staan", meent Veldkamp.

Gefronste wenkbrauwen

De indrukwekkende prestaties van Koss tijdens de Spelen in eigen land, zorgen ook voor gefronste wenkbrauwen. Iemand die in de aanloop naar de Spelen zo slecht presteert, kan die dan ineens drie wereldrecords schaatsen? Daar is iets niet pluis, vonden criticasters.

Leeuwarder Courant 21 februari 1994

Harm Kuipers, oud-wereldkampioen allround en later lid van de medische commissie van de internationale schaatsbond ISU, twijfelt niet aan de recordreeks van de Noor. Hij heeft wel een verklaring voor de plotselinge ommekeer. "Het was duidelijk dat Koss op een bepaald moment overtraind was", zegt de hoogleraar bewegingswetenschappen in ruste.

Rust

"Ik was destijds niet zo verbaasd over zijn overwinningen en wereldrecords. Hij is ook gecontroleerd. Eigenlijk verkeerde Koss al een tijd in een geweldige vorm. Hij nam voor de Spelen rust en dat heeft hem op het juiste moment kunnen laten pieken. Bij Piet Kleine gebeurde hetzelfde voor de Spelen in Innsbruck, waar hij zilver op de 5.000 en goud op de 10.000 meter veroverde", herinnert Kuipers zich.

"Hij reed in de aanloop naar die Spelen ook heel erg slecht. Kleine was gewoon overtraind. Hij nam rust en de rest is geschiedenis. Ik roep het al heel lang: je kunt je wel in vorm rusten, maar niet in vorm trainen. Koss nam op het juiste moment de juiste beslissing. Hij voelde zich slecht, nam meer rust en verbaasde de wereld vervolgens met een geweldige succesreeks."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl