Steeds meer steun voor rekeningrijden
Steeds meer Nederlanders zijn voorstander van rekeningrijden in de strijd tegen de files. Dat blijkt uit een onderzoek van I&O Research in opdracht van de Volkskrant.
58 procent van de Nederlanders betaalt liever per gereden kilometer dan maandelijks een vast bedrag voor de motorrijtuigenbelasting. In 2016 was dat 53 procent. Ook kiezers van 'autopartijen' als VVD, PVV en Forum voor Democratie zijn in meerderheid voor rekeningrijden.
Er is vooral steun voor een vlaktaks. Daarbij betalen automobilisten meer naarmate ze meer kilometers rijden, ongeacht waar of wanneer. Een spitstaks, waarbij je meer betaalt tijdens spitsuren en minder buiten de spits, krijgt de minste steun. Een derde variant is een ecotaks, waarbij schone auto's minder betalen dan vieze. Opvallend is dat alle drie deze varianten van rekeningrijden populairder zijn dan het huidige systeem van de vaste motorrijtuigenbelasting.
Gedrag aanpassen
Twee derde van de Nederlanders gaat met de auto naar het werk. Drie op de tien automobilisten verwachten dat ze hun rijgedrag gaan aanpassen als rekeningrijden wordt ingevoerd. Ze zullen vaker de fiets nemen of met het openbaar vervoer gaan. Zes op de tien zeggen niet op een andere manier te kunnen of willen reizen.
In het regeerakkoord staat dat deze kabinetsperiode geen rekeningrijden wordt overwogen. I&O-onderzoeker Peter Kanne denkt dat het toch verstandig is om ernaar te kijken: "Het kabinet heeft nog een fikse opgave om de CO2-uitstoot terug te dringen. Daar zal dit bij helpen. En kiezers vinden dit een eerlijker systeem dan de motorrijtuigenbelasting, die voor iedereen gelijk is."
Andere maatregelen
Op de vraag wat de overheid nog meer kan doen in de strijd tegen de files noemen de ondervraagden vooral beter en goedkoper openbaar vervoer. Maar ook het stimuleren van thuiswerk, een inhaalverbod voor vrachtwagens, het versterken van P+R-locaties en het aantrekkelijker maken van de elektrische fiets worden genoemd.
Het aanleggen van nieuwe wegen helpt niet tegen files, denkt 40 procent. 29 procent gelooft daar wel in.