Slachthuis vervolgd in Gelders paardenvleesschandaal
Slachthuis Van Hattem uit Dodewaard en de directeur worden vervolgd voor hun rol in een paardenvleesschandaal vijf jaar geleden.
Ze worden verdacht van valsheid in geschrifte (met pakbonnen bijvoorbeeld) omdat zij snippers vlees als "paardvrij" verkochten, terwijl dat niet zo was. Ook verkochten ze vlees als halal, terwijl dat niet zo was.
In het slachthuis zou paardenvlees zijn verwerkt in producten die werden verkocht als rundvlees. Hiermee zou de directeur op illegale wijze winst gemaakt hebben: 250.000 euro.
De slachterij kwam begin 2014 in opspraak vanwege mogelijk sjoemelen met paardenvlees. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) trof toen DNA van paarden aan in rundvlees van de slachter.
Supermarkten
Het slachthuis moest 690 ton vlees terughalen. Volgens de NVWA voldeed het administratieve systeem van Van Hattem niet. Daardoor was het verwerkte vlees slecht traceerbaar en was ook niet zeker of het wel veilig was. Dat vlees werd geleverd aan de supermarkten DekaMarkt, Deen en Vomar.
Behalve het slachthuis en de directeur worden ook een tussenhandelaar uit Doesburg en een vrieshuis in Olst aangeklaagd. De strafzaak dient op 28 en 29 januari bij de rechtbank in Den Bosch, schrijft Omroep Gelderland.
Het bedrijf ging eind 2014 failliet. Eigenaar Van Hattem ging verder met een nieuw bedrijf: Dutch Meat Company.
Ingewikkelde fraudezaak
Het is een zaak van het functioneel parket: een onderdeel van het OM dat ingewikkelde fraude- en milieuzaken behandelt. Het onderzoek in deze zaak heeft vijf jaar geduurd.
In een vergelijkbare strafzaak over fraude met paardenvlees werd de Osse vleeshandelaar Willy Selten in 2015 veroordeeld tot 2,5 jaar celstraf. Tegen hem was vijf jaar geëist. De zaak wordt opnieuw behandeld in hoger beroep.