Meer weginspecteurs aangereden vorig jaar
Het aantal weginspecteurs dat wordt aangereden door automobilisten die rode kruizen negeren, is het afgelopen jaar gestegen. In 2018 werden achttien auto's van inspecteurs aangereden terwijl zij een incident aan het afhandelen waren, zes meer dan een jaar eerder.
Ook werd er een recordaantal boetes uitgedeeld voor deze overtreding: in 2018 waren het er 1650, 40 procent meer dan in 2017. De boete bedraagt 230 euro.
Weginspecteurs zijn na een ongeval vaak snel ter plaatse om het verkeer in goede banen te leiden. Volgens Rijkswaterstaat staat een rood kruis boven de weg er nooit voor niets. "Soms denken mensen: dat rode kruis staat er niet voor mij, ik moet snel van A naar B en dus negeer ik het kruis en rij er gewoon onderdoor", aldus Melanie van Jaarsveld van Rijkswaterstaat.
Ook zijn veel automobilisten afgeleid door met andere dingen bezig te zijn achter het stuur, bijvoorbeeld met hun mobiele telefoon. Rijkswaterstaat heeft inmiddels op veertig locaties borden langs de snelweg geplaatst met daarop de tekst: 'Bij rood kruis: rijstrook DICHT'.
Boa's
Het negeren van de kruizen is al langer een probleem. Daarom krijgen honderd weginspecteurs de boa-status en mogen ze boetes uitdelen aan automobilisten die het verbod negeren. Volgens Rijkswaterstaat is de boa-status een steun in de rug en vergroot het de veiligheid op de wegen.
In De Telegraaf vertelt weginspecteur Marcel Hogenbirk dat hij in tien jaar tijd zeven keer is aangereden. Daarmee is hij 'koploper' bij Rijkswaterstaat.
"Het is er zeker niet veiliger op geworden. Mensen lijken steeds meer haast te hebben. Daarbij worden onverantwoorde risico's genomen", aldus de weginspecteur.