Duitsland compenseert kinderen van kindertransporten naar Engeland

Duitsland betaalt personen die kort voor de Tweede Wereldoorlog als kind vanuit nazi-Duitsland naar het Verenigd Koninkrijk werden geëvacueerd 2500 euro. De in New York gevestigde Claims Conference, die zich inzet voor schadevergoedingen voor Joodse slachtoffers van vervolging door nazi-Duitsland, maakt dat bekend.

De Claims Conference noemt de compensatie een symbolische erkenning voor het aangedane leed. Er zouden nog zo'n duizend van deze kinderen in leven zijn, de helft woont in het Verenigd Koninkrijk. Bijna geen van deze kinderen zag zijn ouders ooit weer terug.

De evacuatie van tienduizend merendeels Joodse kinderen kwam in november 1938 op gang, nadat nazi's tijdens de Kristallnacht Joodse gebouwen hadden vernietigd in Duitsland en het geannexeerde Oostenrijk en Sudetenland. Daarbij werden ook Joden opgepakt, mishandeld en vermoord.

Het Verenigd Koninkrijk verklaarde zich daarna bereid duizenden Joodse kinderen uit nazi-Duitsland op te nemen. Daarbij was een belangrijke rol weggelegd voor de Nederlandse Truus Wijsmuller-Meijer (1896-1978), die in december 1939 met 600 kinderen van Wenen naar Nederland reisde. 500 daarvan reisden door naar het Verenigd Koninkrijk.

Tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, op 1 september 1939, zouden er nog bijna tienduizend volgen. Het laatste transport met 74 kinderen vertrok op 14 mei 1940, vier dagen na de Duitse aanval op Nederland, vanuit IJmuiden naar Engeland.