Google-hoorzitting was theater van onkunde, ontwijkingen en herhalingen
Een ratjetoe aan onderwerpen. Zo is de hoorzitting met Google-topman Sundar Pichai het beste samen te vatten. Diverse thema's kwamen gedurende de hele zitting terug en zo nu en dan werd er doorgevraagd, maar zoals vaker bij dit soort bijeenkomsten kreeg de ceo het niet echt lastig.
Dat komt grotendeels door het concept van de hoorzitting. De leden van de juridische commissie van het Huis van Afgevaardigden stellen vragen; ze krijgen ieder vijf minuten. Dat is te weinig om na alle antwoorden scherp door te vragen. Zoals we ook bij Facebook-topman Mark Zuckerberg zagen, geeft dat de ondervraagde de ruimte om een vraag te 'parkeren' of gewoonweg te ontwijken.
Daarnaast bleek ook nu weer dat er sprake was onkunde en een gebrek aan kennis. Een lid van de Huis-commissie vroeg hoe een foto van hem met ongewenste opmerkingen op de telefoon - een iPhone - van zijn kleindochter terecht had kunnen komen. Dit gaf Pichai de mogelijkheid om de vraag te pareren met de repliek: dat is een telefoon van een ander bedrijf.
Ook werden Google's ambities in China besproken. Website The Intercept meldde in augustus dat het bedrijf werkt aan 'Project Dragonfly'. Het team hierachter ontwikkelt een app voor iOS en Android waarbij de Chinese regering censuur kan toepassen. Een controversieel onderwerp. Een van de Afgevaardigden vroeg Pichai of er op dit moment medewerkers zijn die hierover vergaderen. De topman ontweek de vraag.
Later bevestigde de topman dat het project "een tijdje aan de gang was" en dat op het hoogtepunt er door honderd mensen aan werd gewerkt. Hij benadrukte meerdere malen dat zijn bedrijf geen plannen heeft de zoekmachine ook daadwerkelijk in China te lanceren.
Uit berichtgeving van Amerikaanse media blijkt dat men er intern van uitging dat de zoekmachine er binnen zes tot negen maanden zou worden gelanceerd.
Google en locatie
Ook werd de Google-ceo regelmatig gevraagd naar de grote hoeveelheden data die het bedrijf verzamelt. "Google is in staat om een hoeveelheid informatie te verzamelen waarvan zelfs inlichtingendienst NSA zou gaan blozen", zei de voorzitter van de commissie in zijn openingsverklaring. Met name het verzamelen van locatiegegevens kwam vaak aan bod.
Dat kan te maken hebben met een groot verhaal in The New York Times gisteren over dit onderwerp. Daaruit bleek dat de locatiegegevens van smartphonegebruikers op grote schaal worden verzameld en verkocht door apps die toegang hebben tot de data, zonder dat gebruikers dit zelf doorhebben.
In een felle discussie vroeg een lid van de commissie of Google hem zou kunnen volgen als hij van de ene kant van de kamer naar de andere zou lopen. Pichai antwoordde, genuanceerd, dat dit afhangt van zijn instellingen. Hij kreeg vervolgens het verwijt dat de vraag werd ontweken. "Je verdient 100 miljoen per jaar, je zou in staat moeten zijn antwoord te geven op die vraag."
Een andere afgevaardigde verwees naar bugs in Google+, waardoor gebruikersdata toegankelijk was voor ontwikkelaars. "Kunnen we Google wel vertrouwen met onze data?" Pichai benadrukte dat dit een belangrijk speerpunt is van het bedrijf.
Vanaf het begin was het ook duidelijk dat de Republikeinen een belangrijk stokpaardje vaak zouden benoemen: de theorie dat Google doelbewust conservatieve stemmen op internet wegdrukt. De een na ander beschuldigde het bedrijf hiervan, sommigen zeiden dit zelf te hebben ervaren.
Pichai kon het één keer ontkennen of tien keer, het bleef terugkomen. De conservatieven in de zaal wierpen daarnaast de theorie op dat er binnen Google mogelijk één of meerdere mensen zijn die de zoekresultaten van miljoenen Amerikanen beïnvloeden. "Iemand is daar iets aan het doen", zo werd gesteld. Ook hiervan zei Pichai dat het niet mogelijk is om dit te doen.
Google is niet het enige bedrijf dat hiervan wordt beschuldigd. Ook Facebook en Twitter zijn hiernaar gevraagd.
Het vervolg
Wat nu de volgende stap is, is afwachten. In januari krijgen de Democraten de leiding in het Huis van Afgevaardigden. Er lijkt in beide kampen behoefte te zijn om maatregelen te nemen tegen de techreuzen.
In ieder geval heeft Sundar Pichai zijn vuurdoop in Washington doorstaan. Al mag-ie daarvoor deels de politici bedanken, die niet alleen onkunde lieten zien, maar hem ook niet altijd wilden afvallen. Net als Facebook bij de hoorzittingen eerder dit jaar, kreeg ook Google complimenten, bijvoorbeeld voor de de steun die de techgigant geeft aan kleine bedrijven.