Polen organiseert klimaattop, maar blinkt niet uit in duurzaamheid
Maandag komen alle landen die het klimaatakkoord van Parijs hebben getekend weer bijeen. Dit keer in het Poolse Katowíce, het hart van de Poolse kolenindustrie.
Wie de snelweg neemt van Krakau naar Katowice komt door een landschap met grote kolencentrales, kolenmijnen en niet te vergeten kolenkachels. Want veel Polen gebruiken nog kolen om hun huis te verwarmen en soms zelfs om op te koken.
Jozefa Kosmaczewska woont met haar man op het platteland en maakt in de winter een dagelijkse gang naar het kolenhok. "We stoken in deze kachel bij een strenge winter 4000 kilo per jaar. Doordat het klimaat verandert, is het nu iets minder. Het is hier de goedkoopste en eigenlijk de enige brandstof om het in huis warm te krijgen", vertelt ze, terwijl ze vakkundig de zilvergrijskleurige kachel opport.
Een gasleidingsnetwerk zoals in Nederland ligt bijna nergens. Windmolens en zonnepanelen zijn in deze regio nauwelijks te bekennen en de kolen zijn nog ruimschoots voor handen. Bovendien zijn ze de trots van de regio rond Katowice. Dat merken we bij een bezoek aan één van de grote kolenmijnen; die van staatsbedrijf Tauron in Jaworzno.
Bekijk de reportage van Henrik-Willem Hofs over het hart van de Poolse kolenindustrie.
Het is alsof je terug gaat in de tijd als je het Oostblokgebouw bij de mijn binnenstapt. "Alle kleding inleveren", krijgen we te horen. We worden voorzien van alles wat een mijnwerker nodig heeft; onderbroek, pak, overhemd, koppel, helm met licht en zelfs een zuurstofapparaat.
"Mocht het fout gaan, dan heb je voor vijf uur zuurstof als je blijft zitten en voor een uur als je gaat lopen", legt een stoere en getatoeëerde mijnwerker uit voor vertrek.
Onderweg naar de schacht komt de ochtendploeg ons tegemoet. Zwarte vegen op hun vermoeide gezichten. Trots vertelt onze begeleider dat de schacht de naam van een vrouw draagt: Helena. We dalen in een industriële lift met een rotvaart af naar 500 meter onder de grond.
De eerste gangen zijn breed en verlicht. Het lijkt op een provisorisch metrostation. Een klein elektrisch treintje met ijzeren wagonnetjes brengt ons verder de mijn in. Na een kilometer of 5 komen we op een punt waar een groepje uitvoerders kantoor houdt. Ze hebben letterlijk een bureau met telefoon in de mijngang gezet.
Een wandeling van anderhalve kilometer door de donkere gangen brengt ons bij de steenkool. De mannen zijn bezig met onderhoud aan de boor en de transportbanden. In deze mijn werken 2500 mensen die 4 miljoen ton kolen naar boven halen. 90 procent voor de kolencentrales en 10 procent voor de huishoudens.
Er komen trotse verhalen over de boor en de successen van de mijn, maar in vragen over klimaat en de toekomst van fossiele brandstoffen heeft onze begeleider geen zin. "Vraag maar aan de politici of de wetenschappers", bromt hij. Ook de mijnwerkers beginnen te morren als ze horen dat we voor de klimaattop komen.
In de streek rondom Katowice zijn de laatste jaren ook mijnen gesloten. De klimaattop zelf vindt nota bene plaats in een congrescentrum op de plaats van een oude kolenmijn. Het is allemaal geen toeval, blijkt als we een mijnbouwdeskundige van de universiteit van Katowice bezoeken.
Iwona Jelonek vertelt vol vuur over haar passie voor steenkool. "Polen wil Europa en de rest van de wereld laten zien dat er wel degelijk toekomst is voor steenkool. En dat er ook schone vormen zijn van steenkoolverbranding." Ze wijst op hybride kachels die ook gas gebruiken.
Slechte luchtkwaliteit
En toch zitten de kolen de Polen ook flink in de weg. Want de luchtkwaliteit is door de kolenverbranding in huizen abominabel slecht. De smog in grote steden wordt weleens vergeleken met die in landen als China en India. Krakau als het Peking van Europa. Meer dan veertigduizend mensen overlijden volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vroegtijdig aan de gevolgen van vieze lucht.
Dat is voor Polen ook onderdeel van het klimaatprobleem. Maar gas uit Rusland willen ze hier vanwege de moeizame relatie als ex-Oostblokland liever niet. En geothermie (aardwarmte) en warmtepompen zijn onbetaalbaar.
De overheid organiseert dus een klimaattop, maar blinkt niet uit in duurzaamheid. De kolen en Polen blijven onlosmakelijk met elkaar verbonden en de bezoekers van de klimaattop worden met de neus op deze feiten gedrukt.