Diefstal urinestalen Van Gennip en Visser door KNSB in doofpot gestopt
De Nederlandse schaatsbond heeft in 1985 het bericht van de diefstal van een kistje met urinemonsters van Yvonne van Gennip en Ria Visser in de doofpot gestopt.
De urine werd afgenomen na het EK in Groningen, waar Van Gennip en Visser tussen de sterke DDR-rijdsters verrassend drie van de vier afstanden wonnen. Andere Tijden Sport en de Volkskrant onthullen nu hoe destijds grote paniek ontstond en wie vermoedelijk achter de diefstal zat.
"Wanneer ontvreemd je wat? Als er iets mis mee is", zegt voormalig dopingcontroleur Frans Pellikaan. En toenmalig KNSB-bestuurslid Letty Corbijn: "Het hele spul was natuurlijk zo naïef als wat."
Nieuw licht op EK 1985
Pellikaan en Corbijn doen hun uitspraken in een nieuwe aflevering van Andere Tijden Sport. Daarin wordt een nieuw licht geworpen op de Nederlandse schaatssport in de jaren 80.
Centraal daarbij staat het EK vrouwen van 1985 in Groningen, toen Yvonne van Gennip en Ria Visser een bres sloegen in het onaantastbaar geachte Oost-Duitse bolwerk. Andere Tijden Sport onthult hoe na dat EK het kistje met de urinemonsters van Van Gennip en Visser op verdachte wijze verdween.
"Hoe kan het dat we verleden jaar nergens waren en nu ineens is daar dan die doorbraak", sprak commentator Mart Smeets tijdens dat EK.
Een jaar daarvoor, in februari 1984, verkeerde het Nederlandse schaatsen nog in diepe crisis. De olympische equipe was eind van die maand zonder medailles teruggekeerd van de Spelen in Sarajevo, hoofdsponsor Tarvo gaf er de brui aan en omdat er geen nieuwe sponsor gevonden kon worden leek de schaatssport op sterven na dood.
Uiteindelijk bleek het die zomer uit een fusie ontstane Aegon (AGO+Ennia) bereid voor 50.000 gulden per jaar de KNSB uit de brand te helpen. Onder die sponsorvlag en met twee nieuwe bondscoaches - Henk Gemser (mannen) en Tjaart Kloosterboer (vrouwen) - werd begonnen met de reanimatie van het Nederlandse schaatsen.
'Waar ligt jullie geheim?'
Tjaart Kloosterboer wilde maar één ding: de DDR verslaan. Daarom reisde hij zelfs naar Karl-Marx-Stadt om de succesformule van de Oost-Duitse bondscoach Rainer Mund te ontleden. De kernvraag in Kloosterboers eigen woorden: "Wat doen jullie nu precies? Waar ligt jullie geheim?"
En het succes kwam snel. Bij het EK voor vrouwen in Groningen in 1985 kregen de DDR-rijdsters Andrea Schöne, Sabine Brehm en Gabi Schönbrunn, die een jaar eerder in Sarajevo Ria Visser nog op een ronde achterstand had gezet, op drie afstanden een draai om de oren. Op de 5.000 meter werden Van Gennip en Visser zelfs één en twee. Dat Schöne de titel voor de neus van Van Gennip wegkaapte, deed weinig af aan de euforie dat weekeinde in het Nederlandse kamp.
"In de volgende jaren moet een Nederlander wereldkampioen worden, of Europees kampioen", zei Ria Visser na afloop tegen Mart Smeets.
Nee, never nooit. Ik weet zelf wel wat ik in mijn mond stop.
De Friese huisarts Frans Pellikaan was als dopingcontroleur aanwezig in Groningen, zoals hij dat sinds 1977 bij alle grote internationale schaatskampioenschappen gewend was. In de aflevering van Andere Tijden Sport legt hij de destijds gehanteerde dopingcontroleprocedure uit. Het verzegelde kistje, met daarin de eveneens verzegelde urinemonsters, werd naar het dopinglaboratorium van professor Jacques van Rossum in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen gebracht.
De portier van het ziekenhuis weet nog dat 's avonds het kistje in ontvangst werd genomen, in een koelkast werd gezet en vijf minuten later alweer werd opgehaald door een forse, Nederlands sprekende man. Nietsvermoedend werd hem het kistje meegegeven. Toen zich de volgende ochtend een medewerker van het dopinglab meldde om het kistje op te halen, brak paniek uit. Wie was dan die forse, Nederlands sprekende man?
Geen vuilnisbak of sloot overgeslagen
Andere Tijden Sport heeft, in samenwerking met de research-redactie van de Volkskrant, de gebeurtenissen van toen nauwkeurig gereconstrueerd. Hoe KNSB-directeur Jurjen Osinga en vice-voorzitter Dick van Zanten het kistje trachtten op te sporen: geen greppel, vuilnisbak of sloot werd overgeslagen. En hoe bondsarts Rob Pluijmers daags na het EK een black-out kreeg.
Alle vingers wijzen naar toenmalig KNSB-arts Rob Pluijmers, een van de eerste sportartsen van Nederland. In het dagelijks leven werkte hij op de researchafdeling van Organon, een farmaceutisch bedrijf dat in de jaren 80 bekendheid genoot als producent van Andriol, testosteron (anabolen) in de vorm van capsules. Niet spuiten maar slikken, om een geleidelijke opname in het lichaam te bevorderen.
Pluijmers was als arts tevens verbonden aan de Kwantum-wielerploeg, waartoe in die jaren ook Maarten Ducrot behoorde. Eind jaren 90 bekende Ducrot in de NOS-documentaire 'Doping in Nederland' tijdens zijn loopbaan Andriol te hebben gebruikt. "Die kreeg je van dokter Pluijmers", zegt hij nu.
In een zes jaar geleden opgenomen telefonisch interview vertelde Pluijmers aan Andere Tijden Sport: "Het waren toen heel andere tijden. Buiten de wedstrijdperiodes werden in de hele sport anabolica gegeven."
Het kistje met de urinemonsters van het EK 1985 is nooit gevonden. Alleen Douwe de Boer, tegenwoordig internationaal erkend doping-expert en destijds werkzaam op het dopinglaboratorium in Nijmegen, durft een antwoord te geven. "Volgens Van Rossum heeft Pluijmers aangegeven dat het koffertje in de Waal is verdwenen."
De internationale schaatsunie ISU stuurde een vermanend briefje naar dopingcontroleur Frans Pellikaan. Het KNSB-bestuur besprak het onderwerp enige keren in een vergadering, maar keek uiteindelijk toch liever de andere kant op.
Toenmalig KNSB-secretaris Letty Corbijn: "Dan komt toch die doofpot, denk ik. Gauw het deksel erop."
In alle stilte verbrak de KNSB de samenwerking met dokter Pluijmers, die zijn werk als sportarts echter op andere terreinen bleef voortzetten. Zo bleef hij wielrenners begeleiden. Tjaart Kloosterboer mocht nog een seizoen bondscoach blijven, maar werd daarna gedwongen die taak in te ruilen voor de anoniemere functie van conditietrainer.
Van Gennip: 'Nee, never nooit'
Yvonne van Gennip en Ria Visser zeggen pas nu, bijna 34 jaar na dato, het nieuws over het verdwenen kistje te hebben vernomen. Beiden reageren verrast en zeggen tijdens hun carrière nooit verboden middelen te hebben gebruikt. "Nee, never nooit. Ik weet zelf wel wat ik in mijn mond stop", zegt Van Gennip.
Visser is vooral onthutst door het feit dat het bestuur van de KNSB van de zaak wist, erover vergaderde, maar nooit de schaatssters daarvan in kennis stelde. "Wat steekt daarachter? Wat voor types zijn dat?" Maar het ergst vindt Visser het voor Van Gennip. "Want Yvonne heeft écht gepresteerd, die heeft nog een weg daarna gehad, met drie gouden medailles.
In 1988 beleefde Yvonne van Gennip op de Winterspelen in Calgary het hoogtepunt uit haar loopbaan. Op de 1.500 meter, 3.000 meter en 5.000 meter gaf ze de superieur gewaande DDR-rijdsters Karin Kania, Andrea Schöne en Gabi Schönbrunn het nakijken om met drie keer goud als een olympische legende terug te keren in Nederland.
Van Gennip: "Stel dat je dan had gebruikt: man, dan zou je toch niet met jezelf kunnen leven. Voor mij is er echt een grens en die ga je niet over."
Dokter Pluijmers weet van niets
Dokter Pluijmers heeft in een mail aan de redacties van Andere Tijden Sport en de Volkskrant gereageerd op alle beweringen. Hij zegt nooit doping te hebben verstrekt aan schaatssters en kan zich van het vermeende voorval rond het koffertje niets herinneren.