Twee miljoen mensen hebben last van hun rug of nek
In Nederland hebben naar schatting zo'n twee miljoen mensen last van rugpijn of nekpijn. Uit cijfers die het RIVM recent naar buiten heeft gebracht blijkt dat vorig jaar ruim 1,1 miljoen vrouwen en 858.600 mannen met rug- of nekklachten bij de huisarts bekend waren.
Vrouwen hebben er in alle leeftijdscategorieën vaker last van dan mannen. Een lage rugpijn zonder uitstraling is de meest voorkomende klacht. Als gekeken wordt naar specifieke rugklachten hebben mensen het vaakst last van een hernia.
Het aantal klachten neemt toe met het ouder worden. Mensen van 85 jaar of ouder hebben er relatief het vaakst last van.
Het Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie zegt dat rugpijn van alle tijden is en dat het aantal mensen dat er last van heeft zo'n beetje meebeweegt met de bevolkingsgroei. Oorzaken ervoor wisselen per geval, zegt woordvoerder Pieter Vonk.
Om rugpijn te voorkomen is beweging aan te raden. "Maar dan wel in alle richtingen", zegt Vonk. "Verschillende soorten bewegingen dus, niet alleen wandelen of alleen maar gewichtheffen, maar een combinatie van verschillende activiteiten." Dat wil overigens niet zeggen dat je rugpijn kunt vermijden. Er zijn veel mogelijke oorzaken; ook slijtage, zeker bij oudere mensen, kan de pijn veroorzaken.
Chiropractoren geven de schuld aan het vele stilzitten. "We zien het allemaal in onze omgeving: mensen die massaal, en vaak al op jonge leeftijd, uren achtereen in starre houdingen zitten of hangen: met hun gsm, op de laptop, voor de tv, in een auto en op de zaak aan een bureau", zegt voorzitter Tønner van de Nederlandse Chiropractoren Associatie.
Vonk van het Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie zegt dat fysiotherapie de erkende methode is om rugklachten te behandelen. Hij benadrukt dat er geen medisch bewijs is dat chiropraxie, een alternatieve geneeswijze en vrij beroep, helpt.
Richtlijn huisartsen
Het Nederlandse Huisartsen Genootschap stelt in een richtlijn aan huisartsen dat acute lage rugpijn vaak voorkomt, maar dat het meestal binnen een paar weken vanzelf weer overgaat.
Huisartsen geven dan ook het advies aan mensen om in beweging te blijven en door te gaan met dagelijkse activiteiten, ook werk. Als het na een paar weken niet beter gaat, kan een oefentherapeut of fysiotherapeut helpen met begeleiding.