Zijn ouders volgend jaar meer kwijt aan de kinderopvang?
Voor veel ouders met jonge kinderen is het spannend: hoe pakken de nieuwe tarieven uit van de kinderopvang? Uiterlijk vandaag moeten kinderdagverblijven ouders op de hoogte brengen van de nieuwe uurtarieven voor 2019. Door de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang wordt per 1 januari een flinke prijsstijging verwacht. Bovendien krijgen pedagogisch medewerkers een salarisverhoging. Al met al genoeg factoren die de uurtarieven omhoog drijven.
Schrikreactie
Uit een steekproef van de NOS waar 356 kinderdagverblijven aan mee hebben gedaan, blijkt dat de uurtarieven gemiddeld met ruim 8 procent omhoog gaan. De kinderdagverblijven in de steekproef vroegen in 2018 nog gemiddeld 7,47 euro per uur, in 2019 wordt dat gemiddeld 8,09 euro.
Het gaat hier dus om een gemiddelde, er zijn ook uitschieters. Bij de kinderdagverblijven uit de steekproef krijgt ongeveer 1 op de 5 ouders te maken met een stijging van meer dan 10 procent, waar de grootste stijgers een prijsstijging van 19 procent doorvoeren. Volgens locatiemanager Ellen Weerheijm van kinderdagverblijf Bubbels uit Deventer, dat de tarieven met 11 procent verhoogt, leidt dat tot "schrikreacties bij ouders".
Maar dat is lang niet altijd terecht. De kinderopvangtoeslag gaat namelijk ook omhoog. Het kabinet steekt jaarlijks 248 miljoen euro meer in de opvangkosten waardoor het maximaal te vergoeden uurtarief stijgt van 7,45 euro in 2018 naar 8,02 euro in 2019.
20 euro minder
Op verzoek van de NOS berekende het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), op basis van het gemiddelde tarief uit de steekproef, wat de gevolgen zijn voor ouders van twee inkomensgroepen. Bij beide gaan de ouders er in 2019 op vooruit bij een stijging van 8 procent en een gemiddelde uurprijs van 8,09.
Bij een jaarinkomen van anderhalf keer modaal (54.000 euro) is een gezin met twee kinderen die drie dagen naar de opvang gaan, volgens het Nibud 20 euro per maand minder kwijt. Een gezin met twee goede verdieners (80.000 euro) bespaart 59 euro per maand.
"Wij hebben heel goed aan de ouders uitgelegd waarom onze prijzen omhoog gaan," zegt Ellen Weerheijm. "Eerst schrikken ouders. Maar als ze hun gegevens in de rekentool tikken, zien ze dat ze erop vooruitgaan. Dat is in negen van de tien gevallen zo."
Maar dat zal niet overal zo zijn. Bij kinderdagverblijven waarbij de tarieven fors meer stijgen dan 8 procent en de prijs veel hoger wordt dan 8 euro, zullen ouders er waarschijnlijk op achteruitgaan.
Dure beleidsmedewerker
Bij een kleinschalige kinderopvang uit Utrecht gaat de prijs met 16 procent omhoog naar 8,50 euro. Het kinderdagverblijf wijt de verhoging vooral aan nieuwe overheidseisen die gesteld worden. "Ik schrijf al jaren mijn eigen beleid en dat mag niet meer. Ik moet nu een dure pedagogisch beleidsmedewerker voor 50 uur inhuren en 10 uur gecoacht worden door een pedagogische coach."
Maar de vaakst genoemde oorzaak is de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang, waardoor er minder baby's per medewerker mogen worden opgevangen. Sommige kinderdagverblijven zijn dan ook kritisch op de nieuwe wet. "De overheid gaat veel te veel uit van grote organisaties en houdt geen rekening met mogelijkheden bij kleine organisaties."
Overigens wordt het niet meer kunnen gebruiken van de Stint nauwelijks als oorzaak genoemd. Op de vraag of een vervanging van de Stint tot hogere tarieven leidt, antwoorden nog geen dertig kinderdagverblijven bevestigend.
Vroeg juichen
Brancheorganisatie Kinderopvang waarschuwt om niet "te vroeg te juichen". Zelf gingen ze namelijk uit van een prijsstijging van 12 procent. Dat was op basis van een berekening van de extra kosten die de kinderdagverblijven komend jaar moeten maken. "Als deze steekproef klopt, dan blijkt hier vooral uit dat veel kinderopvangorganisaties hun hogere kosten in 2019 slechts ten dele aan ouders doorberekenen in hun nieuwe tarieven", concludeert de brancheorganisatie.
De brancheorganisatie zegt samen met een aantal onafhankelijke experts de kosten en tarieven nauwkeurig te gaan bekijken. In het voorjaar zullen ze de resultaten presenteren.