Legers uit Arabische landen oefenen gezamenlijk in Egypte
Soldaten, piloten en mariniers uit zes Arabische landen zijn in het westen van Egypte aangekomen voor een tweeweekse militaire oefening. Aan 'Arab Shield' doen troepen uit Saudi-Arabië, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Koeweit en Jordanië mee. Volgens Arabische media is het de grootste gezamenlijke militaire oefening ooit. Libanon en Marokko zijn waarnemers.
De soennitische moslimlanden verenigen zich in deze coalitie tegen het sjiitische en niet-Arabische Iran. De Amerikaanse president Trump wil dat de landen beter samenwerken op onder meer militair gebied. Hoge Witte Huis-medewerkers hebben zo'n samenwerking eerder een 'Arabische NAVO' genoemd.
Volgens Midden-Oostendeskundige Ruud Hoff is dat nog heel ver weg. "Daar is het natuurlijk veel te wankel voor en de coördinatie is ook niet daverend. Dit is een samenraapseltje, een gelegenheidscoalitie. Wat dat betreft is het zeker niet met de NAVO te vergelijken, dat heeft een grondslag en is echt een machtsfactor van betekenis."
Kwaadaardig
Van de soennitisch-Arabische landen heeft Egypte het sterkste leger. "Maar het heeft een groot gebrek aan geld en is buitengewoon slecht georganiseerd. Saudi-Arabië zal veel betalen. Dat land heeft geld genoeg en uiterst moderne technologie, alleen weer een gebrek aan mankracht." Egypte maakt deel uit van de door Saudi-Arabië geleide en door de VS gesteunde coalitie die in Jemen tegen sjiitische rebellen vecht. Maar het speelt een beperkte rol.
Eind september spraken de ministers van Buitenlandse Zaken uit deze landen en Oman en Qatar in New York met hun Amerikaanse ambtsgenoot Pompeo. Dit ging onder meer over het "stoppen van de kwaadaardige activiteit van Iran in de regio".