WNF: populaties wilde dieren wereldwijd met 60 procent afgenomen
Sinds 1970 zijn populaties wilde dieren wereldwijd met 60 procent afgenomen. Het Wereld Natuur Fonds komt tot die conclusie in het tweejaarlijkse Living Planet Report over de wereldwijde biodiversiteit. Het WNF ziet als reden voor de afname de vernietiging van leefgebieden door onder meer landbouw en overexploitatie.
Groepen wilde dieren in de tropen en in zoetwatergebieden zijn het meest geslonken. In moerassen, rivieren en delta's was de afname 83 procent, vooral door de aanleg van stuwdammen, landbouwprojecten en vervuiling. In de tropen van Zuid- en Midden-Amerika gingen populaties met maar liefst 89 procent achteruit. Het WNF zegt dat sinds 1970 ook 20 procent van het Amazonewoud is verdwenen.
WNF-directeur Kirsten Schuijt noemt verder de bosolifant, die leeft in Centraal-Afrika. Hun aantal is in acht jaar tijd met 60 procent afgenomen.
"Biodiversiteit is als een houten blokkentoren", zegt Schuijt. "Als je er telkens één blokje uittrekt kan de toren lang blijven staan. Maar een blokje te veel en het bouwwerk stort in. Zo halen we nu ook voortdurend blokjes uit de natuur. Hoeveel soorten kunnen nog verzwakken, zonder dat het systeem bezwijkt?"
Als wij de oorzaak zijn van natuurverlies, kunnen wij de trend ook ombuigen.
De natuur in de Nederlandse waterrijke gebieden is sinds een aantal jaar beter beschermd door Europese regels. Daar gaat het ook wat beter mee, zegt het WNF.
In deze video vertelt WNF-directeur Kirsten Schuijt dat er ook positief nieuws is:
Het instellen van deze beschermde gebieden en soortenbescherming is volgens de organisatie cruciaal. "Als wij de oorzaak zijn van natuurverlies, kunnen wij de trend ook ombuigen. Dat vraagt om duurzame keuzes op het gebied van voedsel, energie en grondstoffen. Iedereen kan daar op zijn manier aan bijdragen."
Dit jaar overleed het laatste mannetje van de noordelijke witte neushoorn, maar er worden veel meer soorten bedreigd: