Wim Kok was premier van alle Nederlanders
Met Wim Kok is na Ruud Lubbers voor de tweede keer dit jaar een groot staatsman en een integer bestuurder heengegaan. Net als zijn voorganger Lubbers wist Kok het partijbelang te overstijgen en tegenstellingen te overbruggen.
Kok trad in 1994 aan als aanvoerder van het eerste kabinet zonder christendemocraten in 75 jaar. In sommige kringen leidde de uitschakeling van het tot voor kort oppermachtige CDA tot euforie en leedvermaak, maar Kok deelde die gevoelens niet.
Hij noemde het paarse kabinet, waarin het rood van de PvdA gemengd was met het blauw van de VVD, "een gewoon parlementair meerderheidskabinet", dat niet was ontstaan "uit de behoefte zich tegen anderen af te zetten". Kok wilde dan ook "premier van alle Nederlanders" zijn.
Gezag
Dat lag gezien de geschiedenis van de PvdA niet helemaal voor de hand. Zijn voorganger als PvdA-leider, Joop den Uyl, was in de jaren 1973-1977 vooral de premier van links Nederland geweest, tegen wie werkgevers, liberalen en christendemocraten te hoop liepen.
Kok was in die tijd vakbondsleider, als eerste voorzitter van de nieuw gevormde FNV. Hij werd ook toen al gezien als een man van groot gezag en iemand met groot inzicht in het sociaaleconomisch beleid, maar niemand zou toen op het idee zijn gekomen dat hij ooit met de VVD zou gaan regeren.
Vrijwel wekelijks kwam hij op zondagavond bij Den Uyl thuis om actuele zaken door te nemen. Ook toen Den Uyl in de jaren 1978-1981 de oppositie leidde tegen het kabinet-Van Agt, bleef de band nauw. Na de verkiezingen van 1981 overtuigde Kok Den Uyl ervan minister te worden onder Van Agt, Den Uyls aartsvijand.
Bekijk een overzicht van de carrière van Wim Kok.
Verraad
In de daaropvolgende maanden ontstond verwijdering. Den Uyl kwam als minister van Sociale Zaken onder druk te staan om te bezuinigen, en stelde daarom voor de uitkering bij ziekte te beperken. Het leidde tot een woedende reactie van Kok, die leiding gaf aan acties tegen het voorstel van 'de minister van asociale zaken'.
Het was een van de oorzaken van de snelle val van het tweede kabinet-Van Agt. Na nieuwe verkiezingen vormden CDA en VVD eind 1982 het eerste kabinet-Lubbers en kwam de PvdA weer in de oppositie. Nog tijdens de formatie sloot Kok met werkgeversvoorzitter Van Veen het Akkoord van Wassenaar. De vakbeweging ging akkoord met loonmatiging in ruil voor arbeidstijdverkorting. Gezien de enorme economische problemen was dat verstandig, maar in de PvdA werd Koks zet gezien als verraad.
Kroonprinsen
Toch zagen Den Uyl en de machtige partijvoorzitter Van den Berg in de jaren daarna Kok als de ideale opvolger van Den Uyl en in 1985 haalde Den Uyl hem over de overstap van de vakbeweging naar de politiek te maken.
Een van de redenen van hun voorkeur voor Kok was dat zij hem als de beste garantie zagen voor een linkse koers. Andere 'kroonprinsen', zoals André van der Louw en Jos van Kemenade, waren zeker in de ogen van Van den Berg te rechts, omdat zij vonden dat de overbelaste verzorgingsstaat moest worden aangepast.
Capabel
Kok leidde in de jaren 1986-1989 de PvdA in de oppositie tegen het tweede kabinet-Lubbers. Veel nieuwe ideeën kreeg de PvdA in die tijd niet - visie was nooit Koks sterke punt - maar de toon was duidelijk gematigder dan onder Den Uyl. Het leidde er in 1989 toe dat de PvdA weer ging regeren in een coalitie met het CDA. Kok werd vicepremier en minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers.
Kok en Lubbers werkten goed samen en Kok bleek als minister van Financiën degelijk en capabel, maar in deze jaren wreekte zich wel dat de PvdA geen nieuwe visie had ontwikkeld op de verzorgingsstaat. Omdat het aantal WAO'ers dreigde op te lopen tot 1 miljoen, kwam Kok onder grote druk van het CDA te staan om in te stemmen met een herziening van de WAO.
Deuk
Hij ging in 1991 akkoord met een plan om alle WAO'ers jonger dan vijftig te laten herkeuren en de WAO alleen open te houden voor mensen die echt niet meer konden werken. Onder grote druk van zijn partij en de vakbeweging haalde Kok de scherpe kantjes ervan af, maar nog altijd resteerde een forse ingreep. Ook gaf Kok een van de kroonjuwelen van de PvdA en het kabinet-Den Uyl op, de lang gekoesterde koppeling van lonen en uitkeringen.
De PvdA-leden liepen uit protest bij duizenden weg en Kok verbond zijn aanblijven aan de instemming van een buitengewoon PvdA-congres. Tachtig procent van de congresleden steunde hem, maar de reputatie van de PvdA als beschermer van de uitkeringen had een forse deuk opgelopen.
Tegelijk maakte Koks degelijke en realistische optreden de weg vrij voor de regeringssamenwerking met de VVD (en D66), die in 1994 tot stand kwam.
Ideologische veren
Het lukte Kok in de jaren daarna inderdaad premier van alle Nederlanders te worden. Ook bij de aanhang van de VVD en het CDA was hij zeer gerespecteerd.
In 1995 maakte hij zich verder los van het traditionele socialisme met een toespraak waarin hij het afschudden van de ideologische veren een bevrijdende ervaring noemde. Typerend voor de nieuwe tijd was ook dat de toespraak was geschreven door de voormalige PvdA-ideoloog Bram Peper.
Zorreguieta
Koks aanzien als premier van alle Nederlanders nam in de jaren daarna alleen maar verder toe. Na een grote verkiezingsoverwinning vormde hij in 1998 zijn tweede paarse kabinet. Zijn faam als staatsman bereikte een toppunt door de vlekkeloze wijze waarop hij de kwestie-Zorreguita oploste. Hij zette oud-minister Van der Stoel in om de vader van Máxima, die staatssecretaris onder de beruchte dictatuur van de Argentijnse generaal Videla was geweest, ervan te overtuigen uit eigen beweging niet bij het huwelijk van zijn dochter te zijn met Willem-Alexander.
Kok had al besloten na de verkiezingen van 2002 niet terug te keren en het PvdA-leiderschap over te dragen aan Ad Melkert, toen de reputatie van paars in snel tempo afbladderde. Dat was in belangrijke mate het werk van Pim Fortuyn, die fulmineerde tegen wat hij 'de puinhopen van paars' noemde.
Veenbrand
Bij de verkiezingen van 2002 leek het of een veenbrand van ongenoegen die jarenlang had gesmeuld oplaaide. De PvdA was het belangrijkste slachtoffer, met lijsttrekker Melkert ging ze van 45 naar 23 zetels. Een van de oorzaken was - ook getuige de winst van de SP - dat de PvdA in de ogen van veel kiezers haar sociale gezicht had verloren.
Het persoonlijk gezag van Kok was nog altijd groot, maar het was losgezongen van zijn partij. Na Kok heeft de PvdA nooit meer iemand van die statuur voortgebracht.