Humanitaire crisis met 12.000 illegale Venezolanen op Curaçao
Op Curaçao voltrekt zich een onzichtbare humanitaire crisis. Naar schatting twaalfduizend van de vijftienduizend Venezolanen op het eiland zijn ongezien het land binnengekomen en verblijven illegaal. Een deel van deze groep, vooral vrouwen en kinderen, leeft in erbarmelijke omstandigheden. Ondergedoken, uit angst om door de politie opgepakt te worden.
Door het ontbreken van asielwetgeving en een uitzonderlijk streng uitzettingsbeleid kiezen de meeste Venezolanen om 's nachts via gammele bootjes de oversteek te maken. Zo proberen ze de humanitaire crisis in eigen land te ontlopen en een nieuw tijdelijk bestaan op te bouwen in Curaçao.
Correspondent Dick Drayer zocht ze op:
Dat die reis niet zonder gevaar is, weet Jennifer. Zij zat op een boot met dertig Venezolanen, die in januari voor de noordkust van Curaçao op de rotsen liep. Zes lichamen werden gevonden, maar hoeveel mensen de ramp hebben overleefd, weet niemand. Een deel is later opgepakt, maar de meesten doken onder en bevinden zich ergens op het eiland.
Jennifer kwam voor werk, dook onder en ontmoette een Curaçaose jongen van wie ze zwanger raakte. De jongen is niet helemaal uit zicht, maar door de zwangerschap kan Jennifer niet meer werken. En nu het kind is geboren is ze afhankelijk van de liefdadigheid van haar Curaçaose omgeving.
Ze leeft nu ergens in een huis in Otrobanda, maar komt de straat niet op. Vier vriendinnen van haar deden dat wel en werden vrijwel meteen opgepakt en uitgezet. Terug naar Venezuela is voor haar geen optie. "Daar is geen medische zorg en heb ik geen eten voor mijn kind."
Ellis is 27 jaar oud en ook zwanger. Zij woont op een gang in een afgelegen gebouw op de eerste verdieping. Verspreid in dat gebouw wonen nog een tiental Venezolanen zonder verblijfspapieren. De situatie van Ellis is redelijk hopeloos, erkent zij ook zelf. Zij werkte in één van de vele barretjes in Willemstad en knoopte een relatie aan met een Curaçaose man. Nadat ze van hem zwanger is geraakt, verloor ze haar werk en ook de man wil nu niets meer van haar weten.
Zij heeft bij eerdere bevallingen complicaties gehad en moet met een keizersnee bevallen. Maar zonder werk geen geld en een ziektekostenverzekering is al helemaal onmogelijk. Om geholpen te worden in het ziekenhuis, heeft ze 4000 Antilliaanse gulden nodig. Gezondheidszorg op Curaçao is alleen toegankelijk als je geld hebt, of een verzekering.
Ellis heeft geen van beiden en weet niet hoe ze dat kan oplossen. "Op de dag van de bevalling ga ik bij de voordeur liggen, dan moeten ze me wel helpen", zegt Ellis.
Voor Carmen is de situatie beter. Zij heeft een kind van anderhalf jaar en woont al twee jaar samen met haar Curaçaose vriend. Sheldon is niet de biologische vader, maar wilde Herlan wel erkennen. Hij meldde dat bij Kranshi, de burgelijke stand op Curaçao. Maar hij kreeg te horen dat alleen biologische vaders hun kind kunnen erkennen.
Een pertinente onwaarheid volgens de advocaat van Sheldon en Carmen. "Iedereen kan onder voorwaarden een kind erkennen, mits dat gebeurt met toestemming van de moeder. Maar zodra de ambtenaren bij Kranshi horen dat het om een Venezolaanse moeder gaat, vallen alle deuren dicht."
Al anderhalf jaar vecht ik tegen mijn eigen ambtenaren
"Het heeft er alle schijn van dat men bang is om de erkenning van de vader vast te stellen omdat de moeder op die manier wellicht een verblijfstitel zou kunnen krijgen", zegt de advocaat. Voor de vader van Herlan is de situatie verdrietig en frustrerend. "Al anderhalf jaar vecht ik tegen ambtenaren, die blijkbaar zelf de regels bedenken en toepassen."
Minister Armin Konket van Bestuur en Planning, die gaat over het bevolkingsregister, kent de specifieke gevallen niet, maar ontkent met klem dat zijn ambtenaren zich niet zouden houden aan de wet.
De Curaçaose regering
Verschillende rapporten van onder meer Human Rights Watch en Amnesty International tonen aan dat deze drie genoemde gevallen niet op zichzelf staan. Curaçao, maar ook Nederland, zijn scherp veroordeeld vanwege de manier waarop het land omgaat met Venezolanen die hun land ontvluchten.
De regering van Curaçao herkende zich niet in de kritiek, maar komt nu wel in beweging. Afgelopen dinsdag zei premier Rhuggenaath in het parlement: "Kunnen we mensen naar Venezuela terugsturen terwijl we weten hoe deplorabel hun situatie daar is?"
Daar voegde hij aan toe dat zijn regering Nederland officieel om steun heeft gevraagd met betrekking tot de Venezolaanse vluchtelingenproblematiek. "We moeten de mensen een acceptabele humanitaire behandeling geven. We bedelen niet om geld en we vragen ook geen gunst. Maar we moeten wel samenwerken", zegt Rhuggenaath.