Kuijt & Van der Vaart: afscheid na 213 interlands
Het Nations League-duel met Duitsland, vanavond in de Johan Cruijff Arena in Amsterdam, wordt benut om twee oud-internationals op gepaste wijze uit te luiden: Rafael van der Vaart en Dirk Kuijt.
Anders dan recordhouder Wesley Sneijder afgelopen september zullen de twee, allebei met meer dan honderd wedstrijden voor Oranje achter de naam, niet in actie komen, maar rond de wedstrijd in het zonnetje gezet worden.
Raffie
De naam Rafael van der Vaart doet het hart van veel Oranje-volgers nog steeds sneller kloppen. Want als Raffie het op zijn heupen had, was het altijd smullen geblazen.
Hoewel Van der Vaart ruim twaalf jaar een stempel drukte op de gang van zaken rond het Nederlands elftal, heeft de linksbenige middenvelder zelden de glorieuze rol kunnen spelen die hem vooraf werd toebedacht.
Hij kwam als groot talent bij de nationale ploeg, maar moest zich uiteindelijk vaak schikken in een rol op het tweede plan achter maatje Wesley Sneijder. Al behoorde hij wel - samen met Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben - tot de zogenaamde 'Grote Vier'.
In 2001 maakte de toen pas achttien jaar oude Ajacied onder bondscoach Louis van Gaal zijn debuut in Oranje. Halverwege de tweede helft mocht hij in Arnhem invallen tegen Andorra, een WK-kwalificatiewedstrijd die er niet meer toe deed; het WK in Japan en Zuid-Korea was al uit zicht.
Het eerste hoogtepunt in zijn interlandloopbaan beleefde Van der Vaart in 2003, het jaar waarin hij ook tot het het grootste voetbaltalent op de Europese velden werd uitgeroepen.
Nadat de uitwedstrijd in de play-offs om een ticket voor het EK in Portugal tegen Schotland met 1-0 was verloren, legde bondscoach Dick Advocaat het lot van Oranje in handen van onder meer Van der Vaart en Sneijder, met hun 20 en 19 jaar veruit de jongsten in de basis.
Het vertrouwen werd niet beschaamd: de return in Amsterdam leverde een eclatante 6-0 op.
De dribbelaar met de steekpass en het scorend vermogen moest het nooit hebben van het bikkelen. Een veldslag als die in Neurenberg tegen Portugal op het WK van 2006 was aan hem niet besteed.
Daarentegen genoot de creatieveling van de potjes in de groepsfase op het EK van 2008, waar wereldkampioen Italië (3-0) en vice-wereldkampioen Frankrijk (4-1) van de mat gespeeld werden.
Hoogtepunt en domper tegelijk vormde het WK in 2010 in Zuid-Afrika, waar Nederland voor de derde keer in de historie de finale van een mondiaal eindtoernooi haalde. Van der Vaart kwam in eindstrijd tegen Spanje pas in de verlenging in het veld.
Kort voor tijd was Van der Vaart de laatste Oranje-speler die de pass op Andres Iniesta nog had kunnen onderscheppen. Tevergeefs.
Twee jaar later was hij bijna wel de reddende engel op het EK toen Oranje na twee nederlagen moest winnen van Portugal om de groepsfase te overleven. Bondscoach Bert van Marwijk had controleur Mark van Bommel geofferd voor Van der Vaart, die ook meteen tot captain werd gebombardeerd.
De middenvelder betaalde dat terug met een puntgave openingstreffer in de elfde minuut. Het mocht niet baten: Portugal won met 2-1 en Oranje kon naar huis.
Eén interland later tikte Van der Vaart de honderd interlands aan. Het jubileumduel dat tevens de terugkeer van bondscoach Louis van Gaal markeerde, draaide uit op een 4-2 nederlaag in België.
Onder Van Gaal speelde Van der Vaart op 19 november 2013 zijn 109de en laatste interland, een helftje in het oefenduel met Colombia (0-0). Van Gaal nam de middenvelder niet mee naar het WK in Brazilië.
Kuijt stond er altijd
Uiteindelijk speelde Van der Vaart de meeste interlands (64) samen met een speler, die in veel dingen zijn tegenbeeld was. Zo groots de toekomst van Van der Vaart in de ogen van velen, zo vaak waren er de twijfels aan Dirk Kuijt.
Een harde werker, een goede teamspeler. Maar kan hij het niveau wel aan? Keer op keer, bij club en natie, bewees Dirk Kuijt zijn meerwaarde. Het bracht hem tot 104 interlands.
Dirk Kuijt maakte in september 2004, een jaar na zijn overgang van FC Utrecht naar Feyenoord, zijn debuut in het Nederlands elftal. Na het EK 2004, dat voor Oranje eindigde in de halve finales, kreeg hij van bondscoach Marco van Basten zijn eerste speelminuten.
De toen al 24-jarige aanvaller kwam in het oefenduel met Liechtenstein na rust in het veld voor Romano Denneboom.
Hoewel Kuijt altijd de ambitie had om vaste nummer 9 te worden, slaagde de blonde Katwijker daar niet in. Eerst moest hij Ruud van Nistelrooij voor zich dulden en later kregen Klaas-Jan Huntelaar en Robin van Persie de voorkeur.
Hij speelde de meeste interlands als rechteraanvaller, maar maakte ook zijn minuten als linksbuiten, spits, rechtermiddenvelder en zelfs linksback en rechtsback. De bondscoach kon altijd rekenen op Kuijt, bij wie op de belangrijke momenten altijd zijn geweldige wedstrijdmentaliteit kwam bovendrijven.
Bij het succesvol verlopen WK van 2010 scoorde Kuijt voor Oranje tegen Denemarken, gaf hij met een doorkopbal de assist voor de legendarisch geworden inknikker van Wesley Sneijder tegen Brazilië en gaf hij de voorzet waaruit Arjen Robben in de halve finale tegen Uruguay de 3-1 binnenkopte.
Maar het emotionele hoogtepunt van Kuijts loopbaan bij Oranje kwam ongetwijfeld op 29 juni 2014. Het was de dag waarop hij als zevende Nederlandse voetballer de mijlpaal van honderd interlands bereikte. Maar ook de sterfdag van zijn vader, die exact zeven (!) jaar eerder was overleden. Dat kon geen toeval zijn.
Die snikhete dag in het Braziliaanse Fortaleza rende Kuijt het hele WK-duel met Mexico de longen uit zijn lijf: als linksback, als rechtsback en uiteindelijk als spits. Toen Nederland in blessuretijd een strafschop kreeg na een lichte overtreding op Robben, schudde Kuijt zijn hoofd. Niet vandaag.
Nadat Klaas-Jan Huntelaar Oranje ijzig kalm naar de volgende ronde had geschoten, stapte Kuijt op de camera af. Na een handkus zei duidelijk hoorbaar "Papa, deze is voor jou".
In de kwartfinales tegen Costa Rica en de halve finales tegen Argentinië nam Kuijt natuurlijk zijn verantwoordelijkheid in de beslissende strafschoppenseries. Twee keer legde hij aan, twee keer trof hij doel. De finale werd er echter niet mee bereikt.
Na dat titeltoernooi droeg Kuijt nog één keer het shirt van Oranje. Het oefenduel tegen Italië (2-0 verlies) bleek het einde van zijn interlandcarrière.
Enkele dagen later tegen Tsjechië bleef de Katwijker negentig minuten op de bank en niet veel later liet hij weten niet meer als international beschikbaar te zijn.