Na MSN, Hyves (en vele andere) beleeft nu ook Google+ de ondergang
Het einde was al lang nabij en werd gisteren definitief. Google trekt grotendeels de stekker uit zijn stervende sociale netwerk Google+. Consumenten kunnen nog tot augustus 2019 terecht op het platform, het platform blijft daarna voor bedrijven beschikbaar.
Uiteindelijk was het een bug, waardoor data van bijna een half miljoen gebruikers te benaderen waren voor externe ontwikkelaars, die Google+ echt de das om deed. Maar eigenlijk hadden veel mensen het netwerk daarvoor al naar de virtuele begraafplaats verwezen.
Het hebben van een sociaal netwerk was jarenlang een grote wens van Google. Maar net als andere platforms moest het zich uiteindelijk gewonnen geven. Wat dat betreft staat de internetgigant dus niet alleen. Want het is niet alleen een uitdaging om een succesvol sociaal netwerk te worden, maar ook om dat te blijven.
Te Facebook-achtig
"Google+ was niet onderscheidend genoeg", zegt Diederik Broekhuizen, oprichter van het bedrijf The Best Social Media. "We waren in 2011 al heel druk met Facebook. Het was niet bijzonder genoeg." Dat lijkt inderdaad de gemene deler te zijn voor sociale netwerken die Facebook wilden nadoen. Denk naast Google+ aan inmiddels onbekende spelers als Path of Ping - een sociaal netwerk dat leefde binnen muziekprogramma iTunes.
Totdat we ontdekten dat je via Facebook niet alleen je vrienden en familie kon vinden, maar ook contact kunt krijgen met Oprah Winfrey en Barack Obama.
Twitter en LinkedIn kwamen ook in die tijd op, maar waren anders dan Facebook en daardoor wel interessant. Al lukte het ze niet net zo groot te worden als Facebook. Hetzelfde geldt voor Instagram en WhatsApp; om die reden werden de bedrijven door Facebook opgekocht.
Er was één netwerk dat wel lang weerstand bood tegen Facebook: het Nederlandse Hyves. Op het hoogtepunt waren er 10 miljoen gebruikers actief. Het was een unieke situatie. "Totdat we ontdekten dat je via Facebook niet alleen je vrienden en familie kon vinden, maar ook contact kunt krijgen met Oprah Winfrey en Barack Obama", zegt internetdeskundige Mary-Jo de Leeuw. "Toen bleek opeens dat je met de hele wereld contact kunt hebben."
Ver voordat Mark Zuckerberg op zijn studentenkamer Facebook bedacht, kwamen mensen al online samen. Dat gebeurde vooral in chatrooms, denk aan die van TMF, MSN of ICQ. Je kunt erover discussiëren of we dit nu nog sociale media zouden noemen, maar ze hebben allemaal een ding gemeen: via internet communiceren met anderen.
Geen voetbalhonk meer nodig
Dat was dan ook de kracht van die netwerken, zegt De Leeuw. "Je had opeens een plek online waar je elkaar kon ontmoeten. Je hoefde niet meer naar het voetbalhonk of een café." Het was de plek waar je nieuwe vrienden maakte of misschien zelfs je toekomstige man of vrouw tegenkwam. Het was ook de plek waar je misschien wel voor het eerst online over je gezamenlijke hobby's kon praten.
Nu leggen sociale netwerken het loodje doordat ze geen verdienmodel hebben. "In de tijd van ICQ en TMF was adverteren op internet nog helemaal niet belangrijk", zegt De Leeuw. "Ze gingen ten onder doordat ze te weinig vernieuwden, gebruikers trokken verder naar nieuwe netwerken."
Vernieuwing is nog altijd belangrijk. Maar er zijn meer redenen waarom mensen nu overstappen op andere netwerken. Denk bijvoorbeeld aan opa en oma die opeens op hetzelfde platform zitten, dan verdwijnt de hipheid. Daar heeft Facebook nu last van. En privacy speelt nu een veel grotere rol dan toen. Partijen als Facebook hebben dat denkproces - wat plaats je wel en niet online - alleen maar versneld.
What's next?
Door het slechte jaar van Facebook - een aaneenschakeling van schandalen - is al diverse keren de vraag opgeroepen wat er hierna komt. Instagram wordt dan als eerste genoemd. Het is het enige bedrijf dat op dit moment de potentie heeft om de plek van Facebook in te nemen. Maar: Insta is van Facebook zelf.
Het zou goed zijn als er in Nederland of Europa een nieuwe start-up komt die Facebook tegenwicht biedt.
Snapchat werd genoemd als een mogelijke concurrent, maar lijkt vooralsnog vooral jonge gebruikers te bedienen en worstelt met groter worden. Toch vindt Broekhuizen niet dat we het moeten opgeven. "Het zou goed zijn als er in Nederland of Europa een nieuwe start-up komt die Facebook tegenwicht biedt." Tegelijkertijd erkent hij ook dat dat heel lastig zal worden.
Daarnaast zegt Broekhuizen dat we het idee moeten loslaten dat een nieuwe sociaal netwerk uiteindelijk zal leiden tot world domination. "Niet ieder nieuw drankje wordt de opvolger van Coca-Cola toch? Dat geldt ook voor sociale netwerken."