'Eindelijk meer aandacht' voor ontdekking muurschildering Kuifje-tekenaar
Het zijn unieke muurschilderingen, gemaakt door één van de grootste striptekenaars uit de wereldgeschiedenis. Bijna honderd jaar geleden beschilderde de 15-jarige Georges Remi de muren van zijn scoutinggebouw in Brussel. Het is één van de eerste bekende werken van de man die later bekend werd als Hergé, de tekenaar van Kuifje.
De deuren van dat oude scoutinggebouw gaan nu met luid gekraak open. Thierry Scaillet kwam er tien jaar geleden voor het eerst binnen. Hij is historicus van de Universiteit van Louvain-La-Neuve en scouting-gek. "Ik dacht meteen: wow. Ik had het gevoel dat het wel eens Hergé zou kunnen zijn, maar ik wist het nog niet zeker." Scaillets gevoel klopte. Hij herontdekte de tekeningen.
Tussen de spinnenwebben en onder TL-licht zijn de fresco's nu nog goed te zien. Op heuphoogte een rij ridders te paard. Helemaal bovenin een rij tijgerende indianen en scouts.
Het is puur toeval dat Hergé's werk hier nog zichtbaar is. Het gebouw werd een opslagplaats, niet lang nadat het wonderkind er de tekeningen maakte. Waar andere Hergé-fresco's verdwenen onder nieuwe lagen verf, werden ze hier beschermd door tenten, kooktoestellen en ander scoutingmateriaal. Niemand die eraan dacht om de opslagplaats eens een nieuwe lik verf te geven.
Maar dat is ook direct het einde van het goede nieuws. "Het was hier een monsterlijke wanorde", zegt Scaillet. De opslagplaats werd decennialang gebruikt. Tenten erin, tenten eruit. Doelpalen erin, doelpalen eruit. Elke keer stootte wel iemand met een stok of een paal tegen de fresco's. De Kuifje-liefhebber die ze na al die jaren terugziet, zal er vol ongeloof naar kijken. Alsof een vroege Van Gogh met een mes is bewerkt.
Wie denkt dat daar een einde aan kwam na Scaillets ontdekking, komt bedrogen uit. De fresco's werden opnieuw vergeten. Het scoutinggebouw is deel van een school, maar die waarschuwde nooit de politiek.
"Wij wisten tot voor kort niet dat deze fresco's hier zitten", zegt Viviane Teitelbaum, wethouder van de gemeente Elsene, waar de school staat. "Natuurlijk willen we ze nu heel graag restaureren. Dit is belangrijk cultureel erfgoed, waar iedereen kennis mee moet kunnen maken."
Ze hoopt dat er de komende tijd echt iets kan gebeuren. Door een beschermde status voor de fresco's aan te vragen, kunnen allerlei subsidie-potjes worden aangeschreven. De gemeente betaalt dan nog maar 20 procent. Ook Scaillet ziet de aandacht voor zijn ontdekking eindelijk groeien. De komende gemeenteraadsverkiezingen hebben het probleem weer op de kaart gezet, waardoor zelfs de nationale erfgoeddienst in het lokaaltje wil komen kijken.
We hebben hier gewoon onze lessen, we kunnen toeristen niet iedere dag ontvangen.
Maar of ook toeristen er tegen die tijd naar kunnen kijken? Waarschijnlijk niet. "Deze school is privé-terrein", zegt Paul Leblanc, de schooldirecteur. "We hebben hier gewoon onze lessen, we kunnen toeristen niet iedere dag ontvangen. Misschien een paar keer per jaar op open-monumentendagen, maar dat is het maximaal haalbare."
Fresco-ontdekker Scaillet zou daar al lang blij mee zijn. Nu lopen er nog elke week kinderen langs de fresco's. Als hij de foto's van tien jaar geleden, naast de fresco's van nu legt, ziet hij de extra beschadigingen. "Je kunt er weinig aan doen. Het zijn kinderen, die kun je wel vragen om voorzichtig te zijn, maar dan nog zal er wel eens wat mis gaan."