Eensgezinde Kamer wil wet doodgeboren kind niet afdoen als hamerstuk
De Tweede Kamer wil dat er vaart wordt gemaakt met een wetswijziging die het mogelijk maakt om een doodgeboren kind te laten opnemen in de Basisregistratie Persoonsgegevens.
"Het doet extra pijn als je kind voor de wet nooit heeft bestaan", zei ChristenUnie-Kamerlid Van der Graaf vandaag in een debat over de wetswijziging die de registratie mogelijk moet maken.
Er is geen enkele discussie over de wetswijziging, die in 2016 op de agenda van de Tweede Kamer kwam na een petitie van ouders van levenloos geboren kinderen, die door 82.000 mensen is ondertekend.
Geen hamerstuk
De Tweede Kamer had het onderwerp daarom willen afdoen als hamerstuk. Er is dan geen debat over en er hoeft dan ook niet over gestemd te worden.
Maar een aantal fracties vond het te kil om er niet even bij stil te staan. "Het leek me waardevol om dit moment te markeren", zei SGP-Kamerlid Bisschop.
Nevin Özütok van GroenLinks vertelde dat zij thuis de oudste was, maar dat haar ouders haar altijd vertelden dat er voor haar nog een doodgeboren jongetje was geboren. "Voor mijn ouders heeft hij altijd bestaan. Mijn moeder noemde hem altijd in haar gebeden."
Het GroenLinks-Kamerlid wees erop dat een doodgeboren kind een verdriet is, dat ouders altijd met zich mee blijven dragen en dat wettelijke erkenning hen kan helpen.
Erkenning
Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken noemde de wetswijziging technisch klein, maar van grote emotionele betekenis. Voor de ouders is het volgens hem een erkenning dat hun kind heeft bestaan.
Dinsdag wordt er over de wetswijziging gestemd. Dan gaat het voorstel nog naar de Eerste Kamer. De nieuwe wet moet met terugwerkende kracht gaan gelden voor alle ouders die van de mogelijkheid gebruik willen maken.