'Verschil 1,5 en 2 graden opwarming erg groot, zeker voor Nederland'
Het lijkt verwaarloosbaar, een halve graad, maar er zijn zeer grote verschillen tussen een wereldwijde opwarming van 1,5 en 2 graden. Dat zal de conclusie worden van een belangrijk VN-rapport, waar deze week overeenstemming over moet worden bereikt.
Vandaag begint in Zuid-Korea een bijeenkomst van het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change. Klimaatwetenschappers uit de hele wereld moeten het samen met regeringsdelegaties eens worden over een samenvatting van al het onderzoek dat hier wereldwijd in de afgelopen paar jaar naar is gedaan.
Onomkeerbaar
De wens voor dit onderzoek werd uitgesproken tijdens de Klimaattop in Parijs, in 2015. Op die top werd duidelijk dat meer dan honderd landen liever wilden streven naar 1,5 graad, in plaats van 2 graden opwarming. Daarom staat in het Klimaatakkoord van Parijs dat de opwarming beperkt moet blijven tot "ruim onder de 2 graden, liefst in de buurt van 1,5". Vooral kleine eilandstaten vrezen de zeespiegelstijging die bij twee graden opwarming voor hen mogelijk al funest zal zijn.
Maar het gaat niet alleen om de hoeveelheid zeespiegelstijging. Wetenschappers denken ook dat er een moment zit aan te komen dat het smelten van de grote ijskappen op Groenland en Antarctica niet meer stopt, ook niet als de uitstoot van broeikasgassen naar beneden gaat. Dat moment van onomkeerbaarheid ligt mogelijk precies tussen die 1,5 en 2 graden, zo wordt gedacht. Het risico hierop is bij 2 graden in ieder geval groter.
Groot belang voor Nederland
Voor Nederland is dit rapport dan ook van groot belang, vertelt Rob van Dorland van het KNMI. Hij coördineert de activiteiten van IPCC in Nederland, zoals de selectie van wetenschappers en het organiseren van zogeheten reviews, de controle van de teksten door weer andere wetenschappers.
"Als we praten over zeespiegelstijging, is dit voor Nederland natuurlijk uitermate van belang. Er zijn verschillen tussen 1,5 en 2 graden in zeespiegelstijging. Nederland is een laaggelegen land, met 30 procent onder de zeespiegel en 60 procent is kwetsbaar voor overstromingen. Dus voor Nederland is dit rapport van groot belang."
Daarnaast is duidelijk dat het zeeleven in oceanen veel meer te lijden heeft van verzuring bij 2 graden opwarming dan bij 1,5. Ook zullen er meer extreme buien en intensere orkanen optreden bij 2 graden temperatuurstijging.
1,5 graad nog mogelijk
Tegelijk is een andere belangrijke conclusie dat het beperken van de opwarming tot anderhalve graad nog steeds mogelijk is. Maar dan moeten wel alle zeilen worden bijgezet. Mocht de wereld na dit rapport besluiten om toch voor die anderhalve graad te gaan, dan moet er nog een flinke schep bovenop bij alle wereldwijde klimaatmaatregelen.
Hoe dit alles precies in een samenvatting van het rapport wordt opgeschreven, is nog onderwerp van discussie. De komende week zal letterlijk elke zin en elke alinea besproken worden. In totaal hebben duizenden wetenschappers wereldwijd aan dit rapport gewerkt, vertelt Rob van Dorland.
Ook in ons land waren tientallen mensen betrokken bij het nieuwe rapport, hetzij als auteur hetzij als meelezer die de teksten controleert. "Naar de tekst van het hoofdrapport hebben experts in alle landen twee keer kunnen kijken", legt Van Dorland uit. "Inhoudelijk kan daar niks meer aan veranderen. Maar aan de samenvatting nog wel."
Van Dorland signaleert dat dit IPCC-rapport op veel meer commentaar kon rekenen dan andere IPCC-rapporten. "Ik vind dat logisch, gezien het enorme belang ervan", zegt hij. Maar mogelijk zullen andere landen dit aspect aangrijpen om niet in te stemmen met het rapport. Niet alle landen zijn namelijk gelukkig met de grote hoeveelheid opmerkingen die verwerkt moest worden.
Uniek
Een IPCC-rapport kan alleen met unanimiteit worden aangenomen, dus als een paar landen niet akkoord gaan, zal het niet worden aangenomen. Dit zou tamelijk uniek zijn, want volgens Van Dorland is het maar één keer eerder voorgekomen dat een IPCC-rapport niet meteen door de verzamelde landen werd goedgekeurd; dit gebeurde in het midden van de jaren negentig.
Mocht dit nu weer gebeuren, dan zal het in de praktijk betekenen dat het rapport wordt uitgesteld. Dan komt het te laat voor de komende grote klimaattop die eind dit jaar wordt gehouden in Polen. Op deze top wordt vooral gesproken over een soort stappenplan, dat ertoe moet leiden dat het Parijse klimaatakkoord goed wordt uitgevoerd. Het gaat bijvoorbeeld over financiële steun voor arme landen en over afspraken over de manier van meten en rapporteren van CO2-uitstoot.
Volgens Van Dorland is het daarom belangrijk dat het IPCC-rapport wel wordt aangenomen, zodat het ook in Polen besproken kan worden. Want hoe langer gewacht wordt met het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen, hoe moeilijker het zal zijn om de temperatuurstijging nog te beperken.