Colombiaanse stad Medellín sluit Escobar-museum

De Colombiaanse stad Medellín heeft een museum gewijd aan drugsbaron Pablo Escobar (1949-1993) gesloten. Het museum had geen vergunning. De politie heeft het gebouw verzegeld.

Het museum werd gerund door de 71-jarige broer van Escobar, Roberto. Het was een populaire attractie voor 'narcotoeristen'; mensen die vooral geïnteresseerd zijn in de tijd dat Pablo Escobar nog leefde en Medellín de hoofdstad van de cocaïnehandel was. Andere attracties in en rond Medellín zijn Escobars graf, de gevangenis die hij voor zichzelf liet bouwen toen hij een straf moest uitzitten en een door zijn tegenstanders gebombardeerde villa.

De burgemeester van Medellín zegt dat hij deze vorm van toerisme niet kan verbieden, maar dat wel zou willen. "We zouden de verhalen van de slachtoffers moeten vertellen, iets moeten doen om hen te herinneren, in plaats van de mensen die schade hebben aangericht als helden afschilderen."

Eerder kondigde hij al aan dat een flatgebouw dat eigendom ooit was van Escobar, zal worden gesloopt. Op die plaats komt een park gewijd aan de slachtoffers van de drugskartels, onder wie honderden politieagenten die op last van Escobar werden vermoord.