Sint-Maarten heeft geen tijd om te herdenken, een jaar na Irma
De twee minuten stilte gingen vanochtend verloren in de late ochtendspits. De inwoners van Sint-Maarten hebben geen tijd om stil te staan en stil te zijn, een jaar nadat hun eiland ten onder ging onder de verwoestende krachten van het natuurgeweld. Orkaan Irma raasde met haar oog over het eiland om 6 minuten over 9 en blies alles op haar pad omver.
Een jaar later is er veel veranderd, maar eigenlijk ook weer niet. De regering van William Marlin moest wijken omdat hij niet akkoord wilde gaan met de voorwaarden van Nederland voor wederopbouw.
Het moederland eiste controle over de grenzen en een integriteitskamer om corrupte politici en ambtenaren aan te kunnen pakken. De 550 miljoen euro aan wederopbouw geld zou niet in hun handen terecht mogen komen.
Anti-Nederlands
Dat komt nu dus terecht bij een nieuwe regering, die vorige week steun gaf aan een demonstratie tegen Nederland en haar bemoeienis. De oud-premier liep nog net niet mee, maar het anti-Nederlandse gevoel op het eiland is er een jaar na dato niet minder op geworden.
Dat heeft ook te maken met de onzichtbaarheid van de steun uit Den Haag. 550 miljoen euro is weliswaar toegezegd, maar de euro's rollen niet over straat en van enige activiteit betaald door Nederlands geld is nog niets te zien.
Geen verzekering
Kenmerkend is het verhaal van brandweerman Nico van Zand. Zijn team was op de dag van de orkaan net zo hulpeloos als de slachtoffers die het moest bedienen. Politie, brandweer en ambulance hebben toezeggingen gekregen dat de Wereldbank geld gaat reserveren zodat na een volgende orkaan wel voortvarend opgetreden kan worden.
"Ik kan het niet een geluk bij een ongeluk noemen, maar Irma heeft de boel wel in gang gezet, zodat we ons korps een goeie professionele slag kan maken", zegt Nico. Maar wanneer dat dan gaat gebeuren, weet niemand.
Kurt Luckert heeft een ander probleem, met wellicht dezelfde uitkomst. Hij runt een kleine jachthaven en verloor tijdens Irma alles. Drie miljoen dollar schade, maar geen verzekering.
"Leningen om de tent weer op te bouwen kan ik niet betalen. De bank rekent hier 6 tot 7 procent, maar ik kan geen garantie aan ze geven. Als de Wereldbank kleine kredieten kan faciliteren met rentes zoals in Nederland, was ik nu al up-and-running."
Koffers in een tent
Hoe anders is dat voor de internationale hotelketen Sonesta. De mega-hotels van de grootste werkgever op het eiland, na de overheid, werden door Irma met de grond gelijk gemaakt. Hun belang voor de toeristische economie van Sint-Maarten is enorm.
Miljoenen worden nu geïnvesteerd in de wederopbouw van hun hotels. Een deel van het 'onzichtbare' Wereldbank-geld is al uitbetaald aan trainingsprogramma's voor het personeel. Begin 2019 gaat Sonesta Maho, bij het vliegveld, weer open.
Het vliegveld zelf is een drama, volgens Kurt Luckert. "Een jaar na dato en onze gasten moeten nog steeds hun koffers in een tent ophalen. Toerisme trekt allemaal wel aan, maar dat had natuurlijk veel sneller gekund en gemoeten."
En dat is wel de rode draad op Sint-Maarten, een jaar na Irma: iedereen is druk bezig, heeft geen tijd om twee minuten stil te staan, maar ziet geen echte zichtbare vooruitgang. "Ik moet het helemaal zelf doen, maar zonder hulp van anderen, inclusief de overheid, gaat dit nog jaren duren.