NOS NieuwsAangepast

Jeugd is gelukkig, houdt van een drankje en gebruikt minder vaak condoom

Hoe gelukkig zijn jongeren in Nederland? Drinken ze minder sinds de minimumleeftijd om alcohol te drinken naar achttien is gegaan? En hoeveel tijd zitten ze nou echt op hun mobieltje?

De Universiteit Utrecht, het Trimbos Instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoeken iedere vier jaar onderwerpen die jongeren tussen de 11 en 16 aangaan. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld de relatie met hun ouders, alcoholgebruik, seks en pesten.

Hieronder de opvallendste resultaten op een rij.

De jongeren in de lichtblauwe landen zijn het meest gelukkig

Gelukkig

Goed nieuws om mee te beginnen: Nederlandse jongeren behoren al jaren tot de meest gelukkige jongeren van Europa. Al sinds dit onderzoek in 2001 is gestart staat Nederland in de top 5. Vaak samen met de landen Finland, IJsland, Albanië en Armenië.

De minst gelukkige jongeren wonen in Turkije, Roemenië en Polen.

Jongeren kunnen goed terecht bij hun ouders

Ouders

De relatie tussen jongeren en hun ouders is over het algemeen heel goed. Een overgrote meerderheid zegt makkelijk met zijn of haar ouders te kunnen praten als ze ergens mee zitten. Zowel met hun vader als moeder. Als ze ouder worden wordt het weliswaar wat moeilijker om met hun zorgen bij de ouders aan te kloppen, maar ook op 16-jarige leeftijd zegt de overgrote meerderheid dat het gemakkelijk is om zorgen met een ouder te bespreken.

Meer jongeren ervaren druk van hun schoolwerk

Schooldruk

Een slechtere ontwikkeling zie je bij de hoeveelheid druk die de jongeren ervaren van hun schoolwerk. Het aantal middelbare scholieren dat druk voelt neemt de afgelopen jaren flink toe. Van 16 procent in 2001 naar ruim 35 procent in 2017. De onderzoekers verklaren dit doordat er een einde lijkt te zijn gekomen aan de zesjescultuur. Er zijn strengere diploma-eisen, meer huiswerkbegeleiding en een grotere nadruk op prestatie.

Maar ondanks deze toegenomen druk zien de onderzoekers geen toename in psychische problemen, de afgelopen vier jaar. Misschien omdat het op andere vlakken beter gaat, zoals in de relatie met de ouders en de sfeer op school.

Minder jongeren gebruiken een condoom

Condoomgebruik

De onderzoekers vragen ook wanneer de jongeren starten met seks. Daarin is de afgelopen vier jaar niet veel veranderd. Gemiddeld zegt 10 procent van de jongens en meisjes in het voortgezet onderwijs ooit seksuele gemeenschap te hebben gehad; dit loopt van 1 procent bij de 12-jarigen naar 23 procent bij de 16-jarigen.

Opvallend is wel dat het condoomgebruik onder hen sterk is afgenomen. In 2009 gebruikte ruim 80 procent van de jongeren die al seks hadden een condoom, afgelopen jaar was dat 55 procent. Je ziet dit over de hele linie afnemen. Het hangt dus niet samen met andere variabelen zoals sekse, schoolniveau, migratieachtergrond of gezinswelvaart. De reden voor de afname is niet onderzocht. Volgens de onderzoekers kan het teruglopend condoomgebruik mogelijk komen doordat de Veilig Vrijen-campagnes in 2011 zijn gestopt.

Alcoholgebruik

Sinds 2013 is het aantal jongeren dat drinkt vrijwel gelijk gebleven. En dat terwijl de alcoholleeftijd in 2014 is verhoogd naar 18 jaar. Nog steeds heeft 40 procent van de 15-jarigen en 53 procent van de 16-jarigen in de laatste maand gedronken. En ruim 70 procent van deze alcoholgebruikers drinkt minstens vijf glazen alcohol op een avond.

Jongeren zijn wel minder gaan roken. Het percentage jongeren uit het voortgezet onderwijs dat ooit een e-sigaret heeft gerookt is met 28 procent voor het eerst hoger dan het percentage dat ooit tabak heeft gerookt (17 procent).

Voor het eerst is ook het social mediagebruik onderzocht

Sociale media

In het rapport wordt voor het eerst uitgebreid gekeken naar het gebruik van sociale media. Meer dan 30 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs heeft de hele dag door contact met anderen op sociale media. Bij 7 procent van deze leerlingen is er echt sprake van problematisch gebruik. Dit komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.

Jongens hebben dan weer vaker problemen met gamen. Ongeveer 13 procent van de jongens gamet ten minste 24 uur per week. Zeven procent van de jongens is een zogenaamde problematische gamer.

Wat hebben we hieraan?

De gegevens uit dit onderzoek worden gebruikt door allerlei beleidsmakers bij gemeenten, jeugdzorginstellingen en scholen. Zo kunnen ze een beeld vormen van het welzijn van jongeren en welke risicogroepen er zijn.

Want het mag dan over het algemeen goed gaan met de Nederlandse jongeren, er zijn ook groepen die kwetsbaarder zijn. Jongeren op het vmbo, met een migratieachtergrond, uit gezinnen met weinig welvaart en jongeren die niet opgroeien bij beide ouders lopen risico's. Zo zie je bijvoorbeeld dat er bij jongeren op het vmbo meer wordt gerookt, meer gepest en dat ze minder tolerant zijn ten opzichte van minderheden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl