Nederlandse astronome ontvangt prestigieuze prijs van Noorse koning
Ivo Landman
redacteur Online
Ivo Landman
redacteur Online
De Nederlandse astronome Ewine van Dishoeck heeft de prestigieuze Kavli-prijs voor astrofysica ontvangen uit handen van de koning van Noorwegen. De onderscheiding is na de Nobelprijs zo'n beetje de hoogste prijs die een sterrenkundige kan krijgen.
De afgelopen dagen was het een gekkenhuis voor Ewine van Dishoeck. Ze kreeg honderden mails met felicitaties van over de hele wereld, legde talloze interviews af, bezocht een congres in Wenen en was vandaag voor de prijsuitreiking in Oslo.
Van Dishoeck ontving de prijs van de Noorse koning Harold:
In een week tijd is de Nederlandse astronome beëdigd als voorzitter van de IAU, de Internationale Astronomische Unie - zeg maar de FIFA van de sterrenkunde - en heeft ze de prestigieuze Kavli-prijs gekregen. Een unieke prestatie.
'Heel speciale weken'
Van Dishoeck werd onderscheiden vanwege haar baanbrekende onderzoek naar hoe sterren en planeten worden geboren. De Noorse koning Harald overhandigde haar vandaag een medaille, een document en een geldprijs van een miljoen dollar.
"Ik ben wel een week bezig geweest met het beantwoorden van alle felicitaties", vertelde ze tegen de NOS. "Deze weken zijn wel heel speciaal, met de Kavli-prijs en het voorzitterschap van de IAU. Zulke weken maak ik waarschijnlijk mijn leven lang niet meer mee."
Dat de hoogleraar aan de Universiteit Leiden zoveel eer te beurt valt in astronomische kringen is opvallend, want het had weinig gescheeld of Van Dishoeck was helemaal niet in dat vakgebied beland. Ze studeerde aanvankelijk scheikunde en werd eigenlijk pas door haar latere echtgenoot, astronoom Tim de Zeeuw, op het spoor van de sterrenkunde gezet - of eigenlijk een combinatie van beide: astrochemie, zeg maar interstellaire scheikunde.
Sinds 1979 onderzoekt ze hoe interstellaire wolken chemisch in elkaar zitten, de kraamkamers van nieuwe sterren en planeten. "Ik houd me in mijn werk bezig met de vraag: waar komen we vandaan? Hoe zijn wij gevormd? Hoe is een ster als onze zon en een planeet als onze aarde gevormd?"
In reusachtige gaswolken op duizenden lichtjaren afstand zoeken Van Dishoeck en haar collega's naar water en andere bouwstenen van bewoonbare planeten als de aarde. "Als je denkt aan een nieuwe planeet en de kans dat daar leven zou kunnen ontstaan, dan heb je daar ten minste water voor nodig. Dat is een van de aspecten waar ik heel veel onderzoek naar heb gedaan. Daarnaast heb je ook organische verbindingen nodig, simpele suikers bijvoorbeeld."
Dat onderzoek gebeurt met wetenschappelijke satellieten, maar ook met grote radiotelescopen. De laatste jaren is er bijvoorbeeld de ALMA-radiotelescoop in Chili, een kilometers groot complex van 66 enorme schotelantennes op een Chileens bergplateau, het grootste astronomische project ter wereld.
Toen Van Dishoeck eind jaren 70 startte met haar onderzoek was dat er allemaal niet. "Toen we begonnen, hadden we nog helemaal niet de technologie om zonnestelsels in wording te zien. We konden toen kijken op de schaal van een heel grote wolk. Met de nieuwste telescopen kunnen we echt inzoomen. In die 40 jaar zijn we een factor 100 scherper gaan kijken. Vroeger was een stad op Google Images ook niet zo scherp. Nu kun je zien dat er in die stad straten zijn, en kanalen, huizen en bomen. Dat is het stadium waar wij nu ook zijn: we kunnen echt inzoomen op de schaal van, zeg maar, ons eigen zonnestelsel."
Het gaat uiteindelijk om de vraag: hoe zijn we gevormd en hoe groot is de kans dat er leven elders in het heelal zou kunnen ontstaan?
Maar haar onderzoek richt zich ook op objecten dichter bij huis. De komeet 67P bijvoorbeeld, die in 2014 door de Europese sonde Rosetta werd bezocht. Kometen zijn heel oude objecten die veel kunnen vertellen over de oorsprong van ons planetenstelsel. "Ons zonnestelsel is er maar één van de honderden miljarden, maar het is er een waarvan we kunnen zien wat de uitkomst is. Bij andere planetenstelsels in wording kunnen we zien wat er aan het gebeuren was toen ons zonnestelsel nog maar een miljoen jaar oud was, en bij ons eigen zonnestelsel kunnen we zien wat er 4,5 miljard jaar later gebeurd is."
"Het gaat uiteindelijk om de vraag: hoe zijn we gevormd en hoe groot is de kans dat er leven elders in het heelal zou kunnen ontstaan", vat de hoogleraar samen. "Wat mijn onderzoek heeft laten zien, is dat vormende sterren genoeg materiaal om zich heen hebben voor de vorming van een planetenstelsel. En ze hebben ook voldoende water en organisch materiaal om in ieder geval de bouwstenen voor leven te vormen. Of dat dan ook gebeurt is een andere vraag. Dan kom je in de scheikunde en de biologie terecht, maar ik kan wel tegen mijn collega's daar zeggen: dit zijn de puzzelstukjes die we beschikbaar hebben."
Pluto
Van Dishoeck speelde een belangrijke rol bij de bouw van de ALMA-telescoop in Chili. Ze hielp internationale partners bij elkaar te brengen: de VS, Europa en Japan hadden geen van allen genoeg geld om zo'n project op eigen houtje uit te voeren.
Die bemiddelende rol kan ze nog hard nodig hebben in de IAU. De organisatie houdt wetenschappelijke symposia en gaat niet alleen over de naamgeving van nieuw ontdekte objecten in de ruimte, de Unie beslist ook over de classificatie van hemellichamen. Zo had ons zonnestelsel in 2006 opeens een planeet minder: Pluto werd gedegradeerd tot dwergplaneet. Dat gebeurde tot ongenoegen van veel Amerikanen - Pluto is ontdekt door een Amerikaan.
Van Dishoeck: "Pluto is een interessant geval. Daar was in 2006 een enorme discussie over. Maar ik denk dat de meeste wetenschappers het er wel over eens waren dat er nieuwe inzichten waren over de samenstelling van ons zonnestelsel. Dat naast de bekende planeten ook een heel stel veel kleinere objecten zijn die 'planeetachtig' zijn. Er is nog steeds wel discussie over, maar ik denk dat die nu meer gaat over planeten rond andere sterren: hoe weet je of het een planeet of een dwergplaneet is?"