Curlingmannen krijgen financiële steun bij olympische missie
Het Nederlands curlingteam krijgt op weg naar de Olympische Spelen van Peking steun van het NOC*NSF. In totaal gaat het om een jaarlijkse bijdrage van 300.000 euro. "Ze hebben de afgelopen jaren laten zien dat ze de aansluiting met de wereldtop maken", legt technisch directeur Maurits Hendriks van NOC*NSF uit.
De steun is niet verkregen door het behalen van de A-status, daarvoor moet de ploeg bij de beste acht landen van de wereld horen. Die missie is niet geslaagd, maar het geld komt er toch wel.
'Vanzelfsprekend'
"Ik vind dat vanzelfsprekend. Als we verder willen bouwen aan de basis van topsport en ook willen dat andere sporten mee gaan doen, dan moet je investeren. Het is onmogelijk dat op eigen kracht te doen", legt Hendriks uit.
De Nederlandse curlingmannen eindigden het afgelopen WK als tiende van dertien landen, op het EK werd topland Zweden verslagen. De Spelen werden echter niet gehaald, op het olympisch kwalificatietoernooi eindigde de ploeg van skip Jaap van Dorp als zevende.
De Spelen van Peking moeten met de steun van het NOC*NSF wel worden gehaald en dat is een reële mogelijkheid vindt bondscoach Shari Leibbrandt. "We hebben heel veel jaren hard gewerkt om dit niveau te halen. We zitten heel dichtbij de wereldtop."
Concreet betekent de financiële steun dat de ploeg meer op het ijs kan staan, kan leven van de sport en vaker kan deelnemen aan internationale toernooien. "Dit is een fantastische kans en veel erkenning. We kunnen nu nog meer doen aan curling, dat wat we het liefst 24 uur per dag zouden doen", aldus Van Dorp.