Portret Marijke Ferguson

De honderden gezichten van het jappenkamp, dankzij Bep

Een herinnering aan je familie, je kinderen of ouders. In de huidige tijd is dat zeer vanzelfsprekend. Elke stap leggen we vast met onze mobiele telefoon of camera. In de Tweede Wereldoorlog was dat anders. Tussen 1940 en 1945 verloren veel geliefden elkaar uit het oog met alleen een herinnering in hun gedachten. Niets tastbaars.

Schilderes Bep Rietveld veranderde dat in de oorlog tijdens haar verblijf in een jappenkamp. Ze maakte honderden kinderportretjes voordat ze van hun ouders werden gescheiden. Jongens van 10 jaar oud die naar een mannenkamp zijn weggevoerd, zoals ook haar zoon Fons, heeft zij de dag voor de deportatie geportretteerd.

Kinderen die ziek waren en soms overleden in het kamp vereeuwigde zij als aandenken voor de ouders. Bep tekende op elk stuk papier dat zij maar te pakken kon krijgen en ruilde de tekeningen voor wat voedsel of textiel om kleertjes voor de kinderen te maken.

Martine Eskes, de dochter van Bep, vertelt over hoe belangrijk de portretten waren en haar zoektocht naar onbekende schilderijen van haar moeder:

De portretten van Bep Rietveld

Bep werd als oudste kind van architect en meubelmaker Gerrit Rietveld in 1913 geboren in Utrecht. Net als haar vader was ze talentvol en ze begon als tiener al met schilderen. Nadat haar eerste huwelijk was stukgelopen vertrok ze in 1937 naar Indië om een nieuw leven op te bouwen met jeugdvriend Dennis Coolwijk.

Met Coolwijk kreeg ze twee kinderen, Vrouwke en Elsie. In de oorlog werd ze samen met haar kinderen geïnterneerd in het jappenkamp waar ze al die portretten tekende.

Vriendin Bep

Marijke Ferguson was een goede vriendin van Bep. Ze werd geboren in Nederlands-Indië en kreeg begin jaren 40 in Batavia tekenles van haar en zat ook vast in een jappenkamp. "Je wist natuurlijk niet wat de tijd zou brengen en hoe het allemaal zou aflopen. We dachten altijd maar weer dat het morgen afgelopen zou zijn, maar het was steeds maar niet morgen afgelopen", zegt Marijke.

Het is voor haar heel duidelijk hoe belangrijk die schilderingen zijn geweest voor de familieleden. "Die portretten betekenden heel veel voor hen. In zo'n kamp ging je hele identiteit verloren. En zo'n portret dat is het vasthouden van je identiteit. Dat is ook waarom zij de portretten zo mooi heeft gemaakt. Want wat er ging gebeuren wisten we nog helemaal niet."

Ook het tweede huwelijk van Rietveld hield geen stand, maar haar werk als schilderes gaf haar veel troost. Toen Bep terugkeerde in Nederland was er na de bevrijding aanvankelijk geen woonruimte voor haar en de drie kinderen. Enige tijd werden zij her en der bij familie en kennissen ondergebracht.

In 1947 trouwde zij met Derk Eskes die in Duitsland een kamp overleefde. Er werden nog drie kinderen geboren: Martine, Eva en Elisabeth. Bep is altijd blijven schilderen. De woonkamer was haar atelier.

Zoektocht

Haar dochter Martine reist het hele land door om werken van haar moeder boven tafel te krijgen, te fotograferen en het verhaal achter het schilderij op te schrijven. Op een website plaatst ze de nieuwe vondsten en het verhaal bij het kunstwerk.

Portret van twee onbekende vrouwen geschilderd door Bep Rietveld

Van de schilderijen die terug zijn gevonden kent de familie vrijwel van allemaal het verhaal. Behalve van een portret met twee jonge vrouwen (zie hierboven). Via diverse platforms probeert de familie het verhaal en de namen achter het portret te weten te komen. Weet jij wie het zijn? Wat van je laten horen kan hier.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl