NOS Nieuws

Aan deel bevolkingsonderzoeken doen minder mensen mee

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

  • Rinke van den Brink

    Redacteur gezondheidszorg

Vrouwen tussen de 30 en 65 jaar die eens in de vijf jaar een uitstrijkje laten doen zijn over het algemeen goed beschermd tegen baarmoederhalskanker. Omdat deze vorm van kanker zich langzaam ontwikkelt is het in principe niet nodig vaker een uitstrijkje te doen. Alleen bij tussentijdse klachten is dat wel raadzaam.

Met het bevolkingsonderzoek kunnen jaarlijks naar schatting 330 gevallen van baarmoederhalskanker voorkomen worden. Jaarlijks krijgen zo'n zevenhonderd vrouwen de ziekte. Elk jaar sterven ruim tweehonderd vrouwen eraan.

Driekwart van de Nederlandse vrouwen in de risicogroep laat eens in de vijf jaar een uitstrijkje doen, vertelt RIVM-afdelingshoofd Nynke van der Veen. "Een kwart dus niet", zegt ze. De zogeheten beschermingsgraad in de risicogroep is daarmee 75 procent.

Die was in 2008 nog 79 procent. Sindsdien is er sprake van een trend waarbij de deelname aan de screening op baarmoederhalskanker langzaam afneemt. Tegelijk stijgt het aantal lichte en ernstige afwijkingen dat wordt gevonden.

Niet alleen bij de screening op baarmoederhalskanker, ook bij een aantal andere bevolkingsonderzoeken is sprake van een lichte teruggang in de deelname.

Borstkanker

De deelname aan de borstkankerscreening daalt sinds 2007 licht: van een kleine 79 procent in 2014 naar bijna 78 procent in 2015. Voor dat bevolkingsonderzoek worden alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar eens in de twee jaar uitgenodigd. In 2015 werden per duizend onderzoeken bijna zeven gevallen van borstkanker opgespoord.

Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2017 kregen bijna 15.000 vrouwen en 125 mannen de diagnose borstkanker. In 2016 zijn ruim 3000 vrouwen en 24 mannen overleden aan borstkanker.

Darmkanker

Sinds 2014 krijgen alle Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. In het eerste jaar was de deelname 71 procent en in 2015 en 2016 73 procent.

Volgens de Gezondheidsraad zijn er met de screening jaarlijks zo'n 1400 sterfgevallen door darmkanker te voorkomen. Nu overlijden er jaarlijks meer dan 5000 mensen aan darmkanker.

De deelname aan de screening op grote gezondheidsrisico's bij pasgeboren baby's blijft onverminderd hoog. Zowel de gehoorscreening als de hielprik wordt bij meer dan 99 procent van de baby'tjes gedaan.

Prenatale screening

Bijna alle zwangere vrouwen laten hun bloed onderzoeken op onder meer hepatitis B, hiv en syfilis.

Meer dan 85 procent van de zwangere vrouwen laat na twintig weken zwangerschap een echo maken. Daarbij wordt gekeken naar ernstige afwijkingen in de lichamelijke ontwikkeling van de foetus.

Maar ruim een derde deel van alle toekomstige ouders laat een prenatale screening uitvoeren op de syndromen van Down, Edward en Pataus. In alle drie de gevallen gaat het om een aandoening die tot een verstandelijke beperking leidt. Baby's met de syndromen van Edward en Pataus overlijden meestal heel jong.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl