De Nederlandse hockeyvrouwen na de winst in het vierlandentoernooi in Breda
NOS Sport

Hockeysters met rugzak vol ervaring torenhoog favoriet voor wereldtitel

  • Philip Kooke

    Commentator

  • Philip Kooke

    Commentator

Nooit zal een bondscoach of international van de Nederlandse hockeyvrouwen volmondig "ja" antwoorden op de vraag of ze favoriet zijn voor een titel. Altijd worden er vooraf mitsen, maren, voorwaarden en reserves genoemd.

Vreemd is dat niet. Zeker in de internationale hockeywereld ligt het verwijt van arrogantie al snel op de loer voor wie het enorme krachtsverschil tussen landen onderling benoemt.

Bovendien voelen de speelsters van het Nederlands team zich in de regel in deze discussie ondergewaardeerd. Als je een prestatie levert op een WK, EK of Olympische Spelen waar je jarenlang knetterhard professioneel naartoe hebt gewerkt, als je je leven in dienst stelt van de topsport, dan wil je daarvoor bij een eindtoernooi de waardering en revenuen ontvangen.

Dolksteek

Elke relativering is dan niets anders dan een dolksteek van minachting in het hart van de ware atleet. Dat is invoelbaar. Dat is een emotionele werkelijkheid.

Die schuurt regelmatig met de feitelijke werkelijkheid, die ingevoerde volgers als sporthistorici, journalisten en hockeykenners zonder directe betrokkenheid met Oranje in alle nuchterheid constateren. In deze feitelijke werkelijkheid behoort Nederland wereldkampioen te worden. Niets meer en niets minder.

Als dit niet gebeurt, is er iets niet goed gegaan. Iets anders dan goud is een teleurstellend resultaat. Zo zijn de verhoudingen nu eenmaal gegroeid in het vrouwenhockey.

Alyson Annan, bondscoach der hockeysters

Dat is niet altijd zo geweest. Begin jaren negentig werd Nederland zesde op de Spelen en zesde op een WK. Australië bepaalde de pikorde, tot en met de Olympische Spelen van Sydney in 2000. Die rol is deze eeuw overgenomen door de Nederlandse vrouwen. Oranje stond sindsdien in elke olympische of WK-finale. En de afstand tot de concurrentie wordt eerder groter dan kleiner.

Geparkeerde bus

Niet dat de speelsters altijd omhangen worden met goud. Alle titels winnen is onmogelijk. Je kunt je hoofd verliezen in een finale (Olympische Spelen 2004), je kunt je een keer stuklopen op een geparkeerde bus van een tegenstander (finale EK 2007), er kan iets hinderlijk scheefgroeien in de chemie tussen bond, bondscoach en speelsters (EK-finale 2015), je kunt bij een paar uitvallen van een opponent nodeloos verdedigend uitglijden (olympische finale 2016).

Maar bij alle titeltoernooien - kleinere toernooien met een gebrekkige voorbereiding als World Leagues en Champions Trophy's buiten beschouwing gelaten - was het spelniveau van Nederland niet te benaderen voor de concurrentie.

In 2010 is Argentinië de hockeysters de baas

De uitzondering op deze regel was de WK-finale in Rosario in 2010. Dat was de enige wedstrijd van de Nederlandse vrouwen van na 2000 die ze verloren van een dominante, sterkere tegenstander.

Een gouden generatie Argentijnsen, onder aanvoering van Luciana Aymar, overspeelde Nederland een helft lang. Even mocht Argentinië zich destijds zelfs de nummer één van de wereldranglijst noemen. Maar al snel werd de orde weer hersteld. Argentinië kon het gemis van gestopte vedetten niet goed opvangen.

Handvol talenten

Nederland kan dat wel. Heel goed zelfs. Stopt Donners, Boomgaardt, Booij, Karres, Goderie, Schopman, Paumen, Hoog, Van As of wie dan ook? Voor elke plek die openvalt, staat zo een handvol talenten klaar.

Waar bij andere toplanden routiniers moeten worden overgehaald om alsjeblieft nog twee of vier jaar door te gaan in het belang van het team, moeten bij Nederland speelsters eerder worden overgehaald om eervol afscheid te nemen om plaats te maken voor een nieuwe, popelende lichting. Mocht Nederland een B-ploeg naar het WK sturen, zou deze met gemak de kwartfinales halen.

Naomi van As

Nederlandse trainers en coaches die voor een ander land werken, beseffen pas goed hoe groot het verschil in ontwikkeling is met andere landen. Hockey is hier de grootste vrouwenteamsport. We hebben met afstand de beste competitie ter wereld. Buitenlandse speelsters worden beter door in de hoofdklasse te spelen. Geen Oranjespeelster zal het in haar hoofd halen om over de grenzen te kijken om zich te verbeteren.

Duizelingwekkend

Er zijn bijna duizend kunstgrasvelden in Nederland. Een duizelingwekkend aantal voor ieder ander hockeyend land. Bij de verdeling van topsportgelden is hockey als erkend medaillepakker een haantje de voorste. Beslissers uit het bedrijfsleven koesteren voor hockey een hoge gunfactor.

Internationals worden hier wetenschappelijk, medisch, mentaal en qua voedingsleer ondersteund. Hockeyclubs zijn ingebed in de samenleving. Landen waarin meisjes pas op latere leeftijd op school kunnen gaan hockeyen, zoals Engeland, beginnen met jaren achterstand die ze met een groot sponsorbudget trachten in te lopen.

Lidewij Welten

Bondscoach Alyson Annan heeft voor dit WK gekozen voor de routine uit haar brede selectiegroep, met gemiddeld 111 interlands per speelster. Van de top-6 van de wereld nemen alleen Nieuw-Zeeland en Argentinië meer ervaring mee.

Recente oefentoernooien voor dit WK leerden dat als deze speelsters hun niveau halen, ze opnieuw niet overklast kunnen worden. Die wetenschap is vanzelfsprekend geen garantie voor succes, maar het zou wel voor ontspanning moeten zorgen.

Ondanks het enorme verwachtingspatroon valt er voor de Oranjevrouwen veel te winnen in Londen. Als ze naast een killersmentaliteit ook lef, frivoliteit en zichtbare spelvreugde tonen, net als vier jaar geleden in Den Haag, dan zal het sportminnend publiek ook deze groep in de armen sluiten.

International Eva de Goede keerde onlangs na een sabbatical van een jaar terug bij Oranje. Kijk hieronder naar het verhaal van de hockeyster van Amsterdam.

De Goede is terug van sabbatical en geniet weer van hockey

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl