Engeland wil afrekenen met angstgegner Zweden
Dit zagen Engelse voetbalfans in hun laatste halve finale op een WK: Rudi Völler die langs de zijlijn even over zijn snor strijkt net voordat Chris Waddle zich omdraait om een penalty te nemen. De Engelse middenvelder buigt zijn hoofd en neemt een lange aanloop. Het vervolg vormt de inleiding tot 28 jaar middelmatigheid op een WK: Waddle schiet de bal hoog over het doel van keeper Bodo Illgner.
Het waren de dagen niet lang na de stadionrampen van Hillsborough en Heizel en de hoogtijdagen van het hooliganisme. Een periode vol ellende. Het voetbal stond in een kwaad daglicht. 28 jaar later is het een breed gedragen volkssport in een land dat snakt naar een nieuwe halve finale.
Sinds die Italiaanse zomerdag in 1990 kwam Engeland niet verder dan de kwartfinales op een WK. "We zijn de laatste jaren alleen maar dramatisch voetbal en dramatische resultaten gewend", zegt de 53-jarige sportstatisticus Simon Gleave, geboren in Engeland maar werkzaam in Nederland voor Gracenote, een bureau dat handelt in sportstatistieken. "Als je van mijn leeftijd bent, is het doel de kwartfinales en alles daarna is bonus."
#GarethSouthgateWould
Veel aandacht gaat natuurlijk uit naar spits Harry Kane. Hij kan de eerste Engelse WK-topscorer worden sinds Gary Lineker in 1986 de beste was met zes goals.
Maar als het op aandacht aankomt, volgt bondscoach Gareth Southgate op korte afstand. De beleefde bondscoach met het onafscheidelijke gilet verovert de harten van de Engelsen, bijvoorbeeld door een arm om de schouder van Colombiaan Mateus Uribe te leggen, kort nadat hij een penalty had gemist tegen Engeland.
Fans krijgen geen genoeg van hun coach. De hashtag #GarethSouthgateWould ging de afgelopen dagen viral.
Armen om schouders, hashtags: allemaal leuk en aardig, maar het gaat vooral om voetbal. En juist daar lijkt Southgate goed te weten wat hij met zijn talentvolle selectie moet doen.
NOS-analist Daniel de Ridder: "Over het algemeen is het cliché toch waar: de meeste Engelse trainers houden van de mouwen opstropen en de bal zo snel mogelijk richting de andere helft brengen. Je ziet dat Southgate's team veel meer tactisch is opgebouwd."
"Hij speelt, anders dan veel Engelse teams in voorgaande jaren, modern voetbal: veel beweeglijker met drie man in de verdediging in plaats van vier, met een beweeglijk middenveld en creativiteit voorin. Daar heeft Engeland de spelers voor en dat heeft hij goed gezien."
Standaardsituaties
Standaardsituaties zijn het grote wapen van de Engelsen. Liefst zeven van de negen goals vielen uit strafschoppen en corners. Normaal gesproken scoort een team volgens statisticus Simon Gleave ongeveer tussen de 1 op de 30 en 1 op de 40 keer uit een corner. Bij Engeland ligt dat gemiddelde tot nu toe veel hoger: 3 goals uit 24 corners, stelt Gleave.
Heeft Engeland niet te veel weggegeven van zijn arsenaal vrije trappen, zoals met een ingestudeerde variant tegen Panama. "Waarom doe je dat als je ruim voorstaat?", verbaast Gleave zich. "Dan weet je dat iedereen het ziet. Of ze hebben meerdere variaties ingestudeerd. In een wedstrijd die gelijk opgaat, kan het heel belangrijk zijn dat je een paar variaties hebt."
Dat zal later vandaag blijken tegen Zweden, een gevreesde tegenstander voor de Engelsen.
Angstgegner
"Zweden is onze angstgegner", zegt Gleave. "De laatste vijftig jaar hebben we vijftien wedstrijden tegen ze gespeeld. Acht keer gelijk, vijf keer verloren. Positief: van de laatste drie wedstrijden wonnen we er twee."
De Zweedse zege in die laatste reeks van drie was de 4-2 in november 2012, met als waanzinnige uitsmijter de omhaal van Zlatan Ibrahimovic van meer dan twintig meter afstand.
"Misschien worden het weer penalty's", zegt Gleave met verontrusting in zijn stem, terugdenkend aan Costa Rica dat in 2014 met penalty's won van Griekenland en in de kwartfinales van Oranje verloor door ook weer strafschoppen, terwijl Nederland een ronde later op penalty's onderuit ging tegen Argentinië.
Gleave: "Je weet hoe het gaat met de tweede penalty-serie op een WK: die is vaak dodelijk."