Marsha 'wil slavernijverleden laten zien’ op haar Surinaamse plantage
Marsha Mormon (44) is een nazaat van de tot slaaf gemaakten die op de plantages in Suriname moesten werken. Haar voorouders leefden op een van de vele plantages die aan de bijna tien kilometer lange Warappakreek lagen. De smalle kreek kronkelt tussen de steltwortels van de mangrovebomen.
"Oorspronkelijk was dit een natuurlijk riviertje, maar in de slaventijd is de kreek doorgetrokken tot de Atlantische Oceaan om de achterliggende katoenplantages te ontsluiten. Bovendien konden vanaf de plantages dan ook grote schepen geladen en gelost worden. Het laatste stuk is dus een kanaal, gegraven door slaven", vertelt Marsha.
'Helemaal verbaasd'
Marsha Mormon is geboren in Nederland. Ze is kapster in Lelystad als haar partner Bas Spek in 2005 een call-center in Suriname gaat opzetten. Ze verhuist met hem mee naar het land van haar voorouders.
"Ik wist eigenlijk nauwelijks iets over mijn afkomst, tot mijn opa vanuit Nederland op vakantie kwam en bij ons logeerde", vertelt Marsha. "Mijn opa zei me toen dat zijn opa als slaaf op plantage Kerkshoven in het district Commewijne geboren was. Voor mij was dat nieuw, maar helemaal verbaasd was ik, toen ik hoorde dat de nabijgelegen plantage Rijnsfort na de afschaffing van de slavernij van onze familie werd en dat ik erfgename was."
Bekijk hieronder de reportage van (6 minuten) die Harmen Boerboom maakte met Marsha op haar plantage Bakkie:
Vanaf dat moment verandert het leven van Bas en Marsha ingrijpend. Ze duiken archieven in en vinden de compleet overwoekerde plantage terug. Van de plantage zelf is op dat moment nauwelijks meer iets te zien.
Het is een ontoegankelijk moerasachtig gebied met zware klei, een vrijwel ondoordringbare jungle en vooral: heel veel muskieten. "Hoe het kwam weet ik niet, maar ondanks dat alles werden we verliefd op deze plek en wisten we dat we er iets mee wilden doen. Wat precies, dat wisten we toen nog niet."
"De Warappakreek fascineerde ons vanwege de plantages die er hebben gelegen. Ook Kerkshoven, waar Marsha's betovergrootvader als slaaf werd geboren", vertelt Bas.
"Toen we hier aankwamen was de kreek dichtgeslibd en ontoegankelijk. We hebben een ponton en een graafmachine gehuurd en hoopten in een week of twee klaar te zijn met het uitdiepen. Het werden bijna acht maanden."
Bas en Marsha kopen een vervallen huis op plantage Bakkie, aan het begin van de Warappakreek. Daar hebben ze inmiddels een restaurant en een paar huisjes voor toeristen neergezet.
De vondsten die tijdens de werkzaamheden uit de modder naar boven zijn gekomen, zijn te zien in een eenvoudig museum in de voorkamer van de woning. Naast tal van oude jenever- en bierflessen uit Nederland liggen er ook stempels waarmee de slaven gebrandmerkt werden.
En er hangt een zogenoemde kromboei, een keten die nek en enkels via een veel te korte ketting verbond zodat de slaaf gebocheld moest lopen en een kromme rug kreeg.
Spaanse Bok
"De straffen waren niet mild", vertelt Bas. In het museum hangt een document met de afwijzing door het Hof in Paramaribo van het gratieverzoek voor de zwangere slavin Belluna. "Zij was veroordeeld tot de Spaanse Bok, een zware lichamelijke straf die zij en haar ongeboren kind waarschijnlijk niet zullen overleven. Het gratieverzoek komt van de administrateur van de plantage."
Bas leest een deel uit de motivatie van het Hof om het verzoek af te wijzen: "Het is heel wreed. Het gratieverzoek wordt niet ingewilligd: '... want de neger moet goed weten dat de voorgenomen straf altijd ten uitvoer wordt gebracht'."
De cactussen werden gebruikt als natuurlijke omheining om te zorgen dat de slaven niet wegliepen.
Een stuk verderop langs de kreek staat een reusachtige suikerrietmolen uit 1830. Hij is verzakt in de modder en overwoekerd door tropisch loof. Twee bakstenen zuilen zijn de overblijfselen van een oude sluis.
Metershoge cactussen blijken door de eeuwen heen het moeras met brak water te hebben overleefd. "Ze hebben centimeters lange, keiharde stekels en werden gebruikt als natuurlijke omheining om te zorgen dat de slaven niet wegliepen", vertelt Marsha.
Geregistreerd als 'werk-creool'
Hoe is het voor Marsha om nu, generaties later, rond te lopen op de grond waar haar voorouders onder gruwelijke omstandigheden hebben geleefd? Ze zwijgt en denkt na. "Ik wist heel weinig van mijn verleden maar ben me er in gaan verdiepen sinds ik hier ben. Zelfs als vrije vrouw die hiervoor gekozen heeft, voel ik hoe zwaar het is om hier te werken. De zon, de hitte, de muskieten, de zware klei en de ondoordringbare plantenmassa."
"Natuurlijk zijn er momenten waarop ik stilsta bij het verleden. Er zijn hier vreselijke dingen gebeurd. En het laat me niet koud als ik in archiefstukken tegenkom dat één van mijn voorouders als 7-jarige 'werk-creool' geregistreerd stond."
"Maar ik doe dit werk niet als eerbetoon aan mijn voorouders. Dat wat ik doe, voelt goed. Ik móet hier zijn, want ik wil de geschiedenis van onze voorouders laten zien aan de mensen die hier komen. We moeten weten waar we vandaan komen en we proberen daar wat moois uit te halen. Want we moeten door, we moeten verder."
Bekijk hieronder de special die de NOS eerder maakte over het Nederlandse slavernijverleden