Keverkunstwerk als altaarstuk in Antwerpse kerk
450.000 dekschilden van de juweelkever had Jan Fabre nodig voor drie kunstwerken in de voormalige Sint-Augustinuskerk in Antwerpen. De nieuwe altaarstukken werden 400 jaar na opening van het gebouw geplaatst.
Door de iridiserende schildjes veranderen de kunstwerken van 5 meter hoog als de lichtinval anders wordt. Fabre werkte 2,5 jaar aan de permanente installatie.
Oorspronkelijk hingen er altaarstukken van Rubens, Van Dyck en Jordaens in de kerk. Die werken verhuisden echter decennia geleden naar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. De kerk is tegenwoordig een concertzaal.
"Ik ben zeer tevreden. Het is een combinatie van referenties naar de grootmeesters, maar ook naar welke plek het vandaag is. Het is een ode aan de schilderkunst en mijn stad Antwerpen."
Fabre maakte eerder kunstwerken met keverschilden, zoals op het plafond van de Spiegelzaal van het Koninklijk Paleis in Brussel, Heaven of delight. Voor die installatie gebruikte hij anderhalf miljoen dekschilden. Die werden voor hem verzameld in Indonesië, Thailand en Maleisië, waar de mestkevers worden gegeten en de schilden weggegooid.