FC Twente moet 'verdachte' financier van Corona alsnog betalen

FC Twente heeft opnieuw te maken gekregen met een miljoenenrekening uit het verleden. Het internationale sporttribunaal CAS heeft bepaald dat Twente alsnog 6,3 miljoen euro moet betalen aan de zaakwaarnemer van Jesús Corona, de Mexicaanse speler die in 2015 overstapte naar FC Porto.

Met de transfer was destijds 10,5 miljoen euro gemoeid. Volgens het CAS hebben spelersmakelaar Mathias Bunge en de bedrijven die hij vertegenwoordigt recht op 6,3 miljoen van dat bedrag. Daarover waren destijds afspraken gemaakt met de inmiddels vertrokken voorzitters van FC Twente, Joop Munsterman en Aldo van der Laan.

De vordering van de 'eigenaren' van Corona is niet direct opeisbaar. De spelersmakelaar moet nu eerst langs de Nederlandse rechter om het bedrag daadwerkelijk op te eisen. Daardoor heeft Twente nog even tijd: de club had het geldbedrag volgens dagblad Tubantia wel gereserveerd, maar heeft het niet direct in kas.

Drugskartel

FC Twente zegt in een verklaring op zijn website dat het niet tot betaling wil overgaan omdat "een van de vennootschappen die Bunge in deze transfer heeft gebruikt in verband werd gebracht met schuldwitwassen".

Een van de financiers van de komst van Corona was een bedrijf op de Maagdeneilanden dat wordt geleid door Rodolfo David Dávila Córdova. Deze voormalige bankier is in 2005 veroordeeld wegens het witwassen van drugsgeld van het Mexicaanse Juárez-kartel.

Het is niet de eerste financiële tegenvaller voor Twente, dat afgelopen seizoen degradeerde naar de Jupiler League. Eerder deze maand trof de club een schikking van 4,4 miljoen euro met de Belastingdienst over te weinig afgedragen loon- en omzetbelasting tussen 2011 en 2015.