'Supermarkten doen te weinig tegen uitbuiting van boeren in ontwikkelingslanden'
Nederlandse supermarktketens Jumbo en Ahold Delhaize doen nog te weinig tegen de uitbuiting van de mensen in ontwikkelingslanden die ons eten produceren. Dat stelt ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib op basis van onderzoek dat ze heeft laten uitvoeren.
In dat onderzoek is van twaalf producten die veel verkocht worden en die uit ontwikkelingslanden komen, zoals garnalen en avocado's, bekeken onder welke omstandigheden ze geproduceerd zijn en waar het geld dat supermarkten ervoor vragen terechtkomt.
De zestien grootste supermarktketens in de wereld werden onder de loep genomen. Daar zitten twee Nederlandse concerns bij, Ahold Delhaize en Jumbo, die volgens Oxfam slecht uit de tests komen.
Als voorbeeld noemt de organisatie de garnalen die de twee bedrijven in Azië inkopen. De garnalenpellers daar, voornamelijk vrouwen, blijken vaak onder slechte omstandigheden te moeten werken, in koude, vuile en onveilige fabrieken. Ze verdienen weinig, toegang tot een toilet of drinkwater is soms beperkt en zwangere vrouwen zouden soms zelfs op straat worden gezet.
Jumbo en Albert Heijn hebben samen in Nederland meer dan helft van de markt in handen. Door die macht kunnen ze meer druk uitoefenen op leveranciers.
Ook gaat bij de onderzochte supermarkten een steeds kleiner deel van elke euro die consumenten besteden naar de werknemers en boeren in ontwikkelingslanden. "Zo'n twintig jaar geleden was dat nog meer dan 10 cent per euro, nu is dat minder dan 8 cent", stelt Ioan Nemes, mensenrechten- en bedrijvenexpert bij Oxfam. Volgens hem heeft dat te maken met het feit dat de afgelopen jaren grote supermarktketens zijn samengegaan. Die zijn daardoor nog groter geworden en hebben nog meer macht.
Nemes: "Jumbo en Albert Heijn hebben samen in Nederland meer dan helft van de markt in handen. Door die macht kunnen ze meer druk uitoefenen op leveranciers, zodat ze zelf meer geld overhouden. Dat vertaalt zich in slechte arbeidsomstandigheden, slechte prijzen voor boeren en uitbuiting."
In plaats daarvan zouden ze hun macht juist moeten gebruiken om de situatie te verbeteren, vindt Oxfam. "Ik kan als consument niet alles weten, wat er in zo'n product zit en hoe het gemaakt is. Deze partijen hebben wel de middelen om dit te checken en te regelen, zij moeten dit doen."
We willen het beeld bijstellen dat het nu lijkt alsof Albert Heijn niets doet.
In een reactie laat Jumbo weten het rapport serieus te nemen, maar het bedrijf vindt het oordeel van Oxfam niet terecht. "Het huidige beeld dat wordt geschetst in het rapport doet geen recht aan de inspanningen van Jumbo op dit complexe thema."
Als voorbeeld noemt het supermarktbedrijf zijn huismerkproducten, waaraan het strenge eisen stelt. "Deze eisen zijn vastgelegd in onze inkoopvoorwaarden. Hierin staat dat de richtlijnen voor arbeidsomstandigheden van de VN nageleefd dienen te worden. Indien producten in een hoogrisicoland worden geproduceerd, dient ter bewijsvoering een geldig auditrapport te worden verstrekt."
Albert Heijn geeft aan hetzelfde te willen als Oxfam en daar ook al aan te werken. "We willen het beeld bijstellen dat het nu lijkt alsof Albert Heijn niets doet." Volgens het bedrijf gaat het bijvoorbeeld al erg goed met de druiven uit Zuid-Afrika, de avocado's uit Peru en de tomaten uit Marokko die in zijn filialen worden verkocht.