Bestsellerauteur van 'Donuteconomie' te gast in Tweede Kamer
Als het om onze economie gaat zijn we groeiverslaafd, en dat is geen goede zaak. Met die boodschap, en een donut, spreekt de Britse econoom Kate Raworth vanmiddag de Tweede Kamer toe. Ze is daar uitgenodigd door de Partij voor de Dieren, die achter haar ideeën staat.
Het komt niet vaak voor dat een buitenlandse econoom zo'n uitnodiging ontvangt. In 2014 was het de eer aan de Fransman Thomas Piketty. Hij sprak toen over de groeiende ongelijke verdeling van welvaart in de wereld.
De boodschap van Raworth, verbonden aan de Universiteit van Oxford en eerder werkzaam voor de Verenigde Naties en Oxfam, zal breder zijn. Ze wil dat we radicaal anders gaan nadenken over hoe een gezonde economie er überhaupt uitziet.
Wat is er nu mis?
Want, zo zegt Raworth, we zijn gewend te denken dat een gezonde economie er een is die maar blijft groeien. Waarin we telkens weer meer produceren, kopen, verdienen. Groei is een doel op zich geworden.
In plaats daarvan zouden we onszelf eerst eens de vraag moeten stellen: wat zijn de langetermijndoelen van de mensheid? En dan vervolgens: hoe kunnen we onze economie zo inrichten dat we aan die doelen bijdragen?
Met die blik is groei niet meer het belangrijkste, maar wegen het voorzien in basale mensenrechten zoals toegang tot water en voedsel en bescherming van het milieu ook mee. Helemaal nieuw is deze gedachte niet, maar de manier waarop Raworth het presenteert wel.
Dat is waar de donut om de hoek komt: een simpel plaatje dat moet helpen onze blik op de wereld te veranderen. Het zijn namelijk net zulke plaatjes, versimpelde weergaven van hoe de markt werkt bijvoorbeeld, die heel erg bepalen hoe we economie begrijpen. En de enige manier om de oude plaatjes opzij te schuiven, is door ze te vervangen voor een nieuwe, aldus Raworth.
Waar staat die donut voor?
Stel je een schoolbord voor, met daarop een kleine cirkel in een grote cirkel (een donut dus). Die twee cirkels moeten de grenzen van onze economie voorstellen.
De kleine cirkel is de ondergrens. Onze wereldwijde economie moet goed genoeg draaien om iedereen op aarde van voldoende eten, drinken, elektriciteit, en andere behoeften te kunnen voorzien. Kortom: om ervoor te zorgen dat mensenrechten niet geschonden worden. Daar mogen we niet onder zakken.
Tegelijkertijd is er een bovengrens aan de economie, dat is de buitenste cirkel. Er zijn namelijk grenzen aan hoe we met onze planeet kunnen omgaan zonder dat die onbewoonbaar wordt.
We zien het nu al: te veel broeikasgassen zorgen voor opwarming van de aarde, droogte en watertekort. Grondstoffen kunnen opraken. De economie moet dus niet zo hard draaien dat we er aan onderdoor gaan. Dat is een grens waar we binnen moeten zien te blijven. Wat overblijft tussen die twee grenzen is de donut: volgens Raworth de bewegingsruimte voor een gezonde en eerlijke economie.
Om daar te komen moeten we zeven stappen zetten, legt ze uit in de onderstaande video.
Kritiek is er ook. Zo zou Raworth overdrijven dat economen van nu zich alleen maar richten op groei. En groei heeft ook voordelen, zeggen critici van de econome: die zorgt voor banen en inkomsten.
Verder is het de vraag hoe haalbaar de donuteconomie is. Zijn we bijvoorbeeld massaal zo ver te krijgen dat we een vliegvakantie naar Thailand verruilen voor een busvakantie naar België?
Over die vragen zullen de Kamerleden zich vanmiddag moeten buigen. Voor Raworth begint het allemaal met een sprekend plaatje: van een donut.